Vorige maand nam de directie het voorgenomen besluit om de deuren te sluiten. QEW Engineered Rubber (oud Trelleborg) maakt halffabricaten voor bedrijven die er volwaardige rubberproducten van maken. Specialiteit van QEW is gekleurd rubber compouding. In 2021 nam Elastofirm Groep, een investeringsmaatschappij in rubber en kunststof, QEW over.
Gebrek aan investeringen
‘Sindsdien is de staat van de fabriek ronduit slecht’, zegt Duursma van CNV. ‘Er is al jaren niet meer in geïnvesteerd. Inmiddels is er ongeveer 8 miljoen euro nodig om de plant weer toekomstbestendig te maken. Maar dat geld is er niet, dus gaat de tent dicht. Ik vind dat onbegrijpelijk. Volgens de werknemers is al heel lang bekend dat er geïnvesteerd moet worden. Ze zijn kwaad dat dat niet is gebeurd en ze daardoor nu hun baan verliezen.’
Acties als QEW niet positief reageert
Als klap op de vuurpijl weigert de directie met een fatsoenlijk sociaal plan op de proppen te komen. Zo’n plan moet de sociale gevolgen van de sluiting voor werknemers enigszins opvangen, maar de directie lijkt de noodzaak niet echt in te zien. ‘Het eindbod van QEW was zo slecht dat het unaniem door onze leden is verworpen’, zegt Duursma. ‘Daarom geven we de directie nog tot maandag 23 juni 12.00 uur de tijd om positief te reageren op onze eisenbrief. Blijft die reactie uit, dan gaan we over op acties, waarschijnlijk staken.’
Medewerkers mogen niet naar UWV
In het ultimatum eist CNV onder andere een ontslagvergoeding met factor 2 keer de transitievergoeding en een minimum ontslagvergoeding van 4 maandsalarissen. ‘Wat voor ons ook belangrijk is’, zegt Duursma, ‘is dat QEW afziet van de bepaling dat ontslagen werknemers niet naar het UWV mogen om hun ontslag te laten toetsen. Doen ze dat toch, dan wil de directie dat ze niet meer in aanmerking komen voor het sociaal plan. Dat vinden we gewoon chantage en daar zijn de medewerkers niet van gediend.’
