1.Plan je dag
Breng structuur aan in je werkdag. Zo weet je per dag waar je aan toe bent. Plan je dag in blokken om te werken, ontspannen en bewegen. Wees realistisch bij het plannen van je werkzaamheden in die tijd die je voor werk geblokt hebt. Neem ook tijd voor een welverdiende koffie- en lunchpauze en ga dan even bij je werkplek vandaan, zodat je ook écht pauze hebt.
2. Zorg voor afwisseling en beweging
Richt je werkplek zo goed mogelijk in. Werk je op een laptop, maak dan gebruik van een los toetsenbord en muis, en eventueel een los beeldscherm. En wissel de zithouding eens af, bijvoorbeeld door staand te werken of lopend een belletje te plegen.
Onderbreek werk achter een beeldscherm regelmatig met een pauze. Sta bijvoorbeeld op om wat drinken te pakken, de kat te aaien of loop even de tuin in of het balkon op. En ben je toe aan je langere pauze, maak dan eens een ommetje met een boterham in de hand. Zo zorg je voor de nodige beweging en ontspanning.
3. Plan ontspanning in
Thuis is niet alleen meer thuis, maar ook je kantoor geworden. Probeer daarom op een vast tijdstip te stoppen met werk en zet je computer uit. Zo kom je pas echt los van je werk. Beperk ook de tijd achter een beeldscherm in je privétijd. Zet je telefoon uit of op stil en leg hem weg. Doe dat sowieso een half uur voordat je naar bed gaat.
4. Blijf in contact met collega's
Zoek contact met je collega’s, die in dezelfde situatie zitten. Vraag of je collega het werk aankan en help elkaar als dat nodig is. Drink eens virtueel een kopje koffie met ze, plan een vrijdagmiddagborrel om weekendtips uit te wisselen of maak een ommetje met collega’s uit de buurt. En ervaar je knelpunten in je werk? Trek dan bij je leidinggevende aan de bel.
