Rol van de (C)OR
De Nederlandse Wet op de Ondernemingsraden schrijft voor dat werkgever een adviesaanvraag stuurt aan de ondernemingsraad. Cargill heeft in dit geval een adviesaanvraag gestuurd aan de COR met daarin het voorgenomen besluit. De COR zal de nut, de noodzaak en de onderbouwing van de reorganisatie beoordelen.
Wij zullen in dit traject nauw samenwerken met de COR voor afstemming van het proces. De COR heeft naar aanleiding van de adviesaanvraag diverse vragen gesteld aan Cargill. Zij wachten op nadere informatie van Cargill zodat er een oordeel gevormd kan worden over de nut en de noodzaak van deze reorganisatie. De COR moet dus kunnen toetsen wat het effect is van deze voorgenomen reorganisatie en of de boventalligheid van deze 235 medewerkers nuttig en nodig is.
De rol van vakbonden
In Nederland zijn werkgevers verplicht om vakbonden en UWV tijdig te informeren als zij voornemens zijn om meer dan 20 medewerkers te ontslaan. Dit is wettelijk verplicht zodat vakbonden samen met de werkgever op tijd stappen kunnen zetten om de nadelige effecten van de reorganisatie voor het personeel zo klein mogelijk te maken. Dit doen wij meestal door een sociaal plan af te spreken.
CNV en FNV zijn als betrokken vakbonden door Cargill geïnformeerd. In december heeft Cargill ons geïnformeerd over het voornemen om te reorganiseren. Zij hebben toen ook direct aangegeven dat het gaat om medewerkers die niet onder de cao vallen. Omdat Cargill destijds vertrouwelijkheid heeft opgelegd, konden wij deze informatie toen niet delen met onze achterban. Inmiddels is een groot deel van de informatie niet meer vertrouwelijk en kunnen we jullie wel informeren over de stand van zaken.
Vakbonden kunnen een reorganisatie niet tegen houden, we adviseren werkgever ook niet over de inhoudelijke keuzes in het geval van reorganisatie. Onze rol beperkt zich tot het onderhandelen over een sociaal plan om de nadelen van werknemers te beperken.
Sociaal plannen van Cargill
In een sociaal plan staan afspraken om de gevolgen voor de medewerkers te verzachten. Er worden bijvoorbeeld afspraken gemaakt over een beëindigingsvergoeding en de hoogte daarvan, vrijstelling van werk bij boventalligheid, interne begeleiding van medewerkers naar een nieuwe baan of bij een andere werkgever etc.
Het bijzondere in dit geval is dat er 2 verschillende lopende sociaal plannen zijn bij Cargill. Er is een sociaal plan voor medewerkers tot de functie Manager 1. Dit plan is afgesloten door de vakbonden én de COR met Cargill. Maar er is per 1 januari 2025 ook nog een tweede sociaal plan afgesloten voor de medewerkers met de functie Manager 1 en hoger, dit tweede sociaal plan is afgesloten zonder de vakbonden door de COR met Cargill.
In deze voorgenomen reorganisatie zullen alleen banding medewerkers boventallig worden. Het ingewikkelde is dat een deel van deze boventallige banding medewerkers valt onder het sociaal plan tot Manager 1 en een deel valt onder het andere sociaal plan Manager 1 en hoger. Het probleem is dat deze twee sociaal plannen inhoudelijk verschillen. Op 5 februari hebben we Cargill gevraagd om voor deze specifieke situatie te komen tot nieuwe afspraken. We vinden het niet wenselijk dat er 2 verschillende plannen van toepassing zijn voor deze groep boventallige medewerkers. Vooralsnog is Cargill niet bereid om nieuwe afspraken te maken en willen zij de lopende sociaal plannen toepassen.
Last but not least
Deze voorgenomen reorganisatie raakt niet alleen de medewerkers die boventallig zijn maar indirect ook de medewerkers die blijven. Op 5 februari hebben we daarom ook vragen gesteld over de overdracht van werk en de gevolgen voor de werkdruk van andere medewerkers.
Cargill heeft aangegeven dat boventallige medewerkers nadat hun boventalligheid definitief is aangezegd, minimaal een maand de tijd zullen hebben om werk en kennis over te dragen. Als vakbond hebben wij niet de positie om hier afspraken over te maken met Cargill. Wij hebben wel onze zorgen geuit. Bij het vertrek van zo’n grote groep medewerkers is het belangrijk om de overdracht van kennis goed te regelen.
Op 5 februari heeft Cargill ook benadrukt dat deze reorganisatie tot doel heeft om efficiënter te gaan werken en de organisatiestructuur anders in te richten. Daarom zal volgens Cargill de werkdruk bij medewerkers niet toenemen. De taken en verantwoordelijkheden van deze grote groep boventallige banding medewerkers zal niet belegd worden bij andere medewerkers, banding danwel cao medewerker. Als vakbonden kunnen wij onvoldoende toetsen of de in de praktijk ook zo zal zijn. We hebben natuurlijk minder leden in de banding dan onder de cao.
De bal ligt bij de COR om de effecten van deze voorgenomen reorganisatie nauwkeurig te toetsen. De COR heeft een informatierecht. Dit betekent dat Cargill de COR in staat moet stellen om de gevolgen te toetsen per afdeling en per functie. Dat is natuurlijk een flinke klus.
Op 19 februari hebben CNV en FNV nog een overleg met Cargill over de voorgenomen reorganisatie. Mochten jullie vragen hebben met betrekking tot deze reorganisatie 2030 of de lopende sociaal plannen dan hoor ik het graag.
Met vriendelijke groet,
Mirjam van Leussen
CNV vakbondsbestuurder
M. 0628866597