Hier staat op hoofdlijnen beschreven waarmee u rekening moet houden als uw werkgever u om bedrijfseconomische redenen wil ontslaan. Het gaat om het nieuwe ontslagrecht dat per 1 juli 2015 is ingegaan.
Op deze pagina over ontslag om bedrijfseconomische redenen staan de volgende onderwerpen:
Wil uw werkgever u wegens bedrijfseconomische redenen ontslaan? Dan moet uw werkgever het ontslag vooraf laten toetsen. De wet bepaalt dat dit bij een ontslag wegens bedrijfseconomische redenen door UWV wordt gedaan. UWV toetst of uw werkgever heeft voldaan aan de eisen om het contract te beëindigen.
Uitzonderingen toets door UWV
Op deze hoofdregel dat de preventieve toets bij ontslag wegens bedrijfseconomische redenen door UWV wordt uitgevoerd is een aantal uitzonderingen:
Uitzonderingen preventieve toets
De preventieve toetsing is bij bedrijfseconomisch ontslag niet verplicht:
Wil uw werkgever met u via wederzijds goedvinden het arbeidscontract beëindigen? Dan moet uw werkgever dit schriftelijk met u vastleggen in een overeenkomst. Bij beëindiging van een contract met wederzijds goedvinden hebt u geen recht op de wettelijke transitievergoeding.
Bedenktermijn
Wil uw werkgever met u via wederzijds goedvinden uw arbeidscontract beëindigen? Dan geldt een bedenktermijn van 14 dagen na de ondertekening van de beëindigingsovereenkomst. Uw werkgever moet in de beëindigingsovereenkomst vermelden dat u het recht heeft om u binnen 14 dagen te bedenken. Doet uw werkgever dit niet? Dan is de bedenktermijn niet 14, maar 21 dagen. U moet schriftelijk laten weten dat u zich hebt bedacht. Dit moet binnen de termijn door uw werkgever zijn ontvangen. U hoeft geen reden te noemen waarom u zich bedacht hebt. Hebt u zich binnen de bedenktermijn bedacht? Dan geldt alsnog de preventieve toets als uw werkgever het ontslag wilt doorzetten. De bedenktermijn geldt niet als het om een contract gaat met een bestuurder van een rechtspersoon.
Heeft u laten weten dat u zich hebt bedacht? En sluit u binnen 6 maanden opnieuw een beëindigingsovereenkomst met uw werkgever? Of stemt u binnen 6 maanden schriftelijk in met de opzegging van uw arbeidscontract? Dan geldt de bedenktermijn niet.
Uw werkgever kan u alleen ontslaan als daar een redelijke grond voor is. Dit geldt niet bij een ontslag tijdens de proeftijd of wegens het bereiken (of bereikt hebben) van de AOW-leeftijd of andere pensioengerechtigde leeftijd. Bedrijfseconomische redenen zijn een voorbeeld van een redelijke grond.
Van een bedrijfseconomische reden voor ontslag is sprake als:
of
De periode van 26 weken begint te lopen op de dag waarop UWV een beslissing neemt over het verzoek om toestemming voor ontslag. Wordt het arbeidscontract ontbonden? Dan geldt als datum de dag waarop de kantonrechter beslist over het verzoek tot ontbinding.
Concern
Maakt de onderneming onderdeel uit van een concern? Dan wordt de noodzaak voor het vervallen van arbeidsplaatsen beoordeeld aan de hand van de (bedrijfseconomische) omstandigheden bij de onderneming waar de arbeidsplaatsen vervallen.
Van deeltijdontslag is sprake als u niet volledig maar voor een deel van uw arbeidsuren ontslag krijgt. U gaat dan bijvoorbeeld een dag minder werken. Deeltijdontslag is niet mogelijk, tenzij dit onvermijdelijk is. Wil uw werkgever u een deeltijdontslag geven? Dan moet hij u eerst schriftelijk aanbieden het contract onder dezelfde voorwaarden voort te zetten voor het resterende deel van de overeengekomen arbeidsduur. Dan kan uw werkgever deeltijdontslag aanvragen.
Onvermijdbaar deeltijdontslag
Een deeltijdontslag is bijvoorbeeld in onderstaand geval onvermijdbaar:
Vervallen er arbeidsplaatsen door uitbesteding van werkzaamheden? En organiseert uw werkgever die uitbesteding uitsluitend om vaste werknemers te vervangen door flexibele of goedkopere arbeidskrachten? Dan is er geen sprake van een redelijke grond voor ontslag, en wordt er dus geen toestemming voor ontslag verleend.
Wil uw werkgever de werkzaamheden uitbesteden aan iemand die de werkzaamheden niet op basis van een arbeidscontract verricht? En wil hij u om die reden ontslaan? Dan kan dat alleen als hij de werkzaamheden uitbesteedt aan een zelfstandig ondernemer. Deze moet ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel, beschikken over een VAR-wuo of VAR-dga en in fiscale zin als ondernemer worden aangemerkt.
Is het uitbesteden uitsluitend bedoeld om vaste werknemers te kunnen vervangen door flexibele of goedkopere zelfstandige arbeidskrachten? Dan is dit geen redelijke grond voor ontslag is en zal UWV geen toestemming verlenen.
Als uw werkgever twintig of meer werknemers collectief wil ontslaan binnen een periode van drie maanden en binnen één werkgebied van UWV, moet hij hiervan op grond van de ‘Wet melding collectief ontslag’ een melding doen bij UWV. Blijkt uit een verklaring van de betrokken werknemersvakbonden dat het noodzakelijk is dat hij de werknemers ontslaat? Dan hoeft hij de bedrijfseconomische noodzaak voor het vervallen van arbeidsplaatsen niet te onderbouwen. Onder ontslaan wordt hier ook verstaan een beëindiging van het arbeidscontract wegens bedrijfseconomische redenen met wederzijds goedvinden.
Eerst andere contracten beëindigen
Wil uw werkgever u ontslaan en hebt u een vast contract? Dan moet uw werkgever eerst afscheid nemen van anderen die hetzelfde werk doen op basis van een flexibele arbeidsrelatie. De contracten van deze werknemers of contracten voor ingeleend personeel moet uw werkgever dan eerst beëindigen alvorens uw werkgever u kan ontslaan.
Werknemers en ingeleend personeel waarvan uw werkgever eerst afscheid moet nemen zijn:
Uitzondering
Verrichten deze werknemers of ingeleend personeel gedurende maximaal 26 weken werk van tijdelijke aard? In dit geval kunnen ze hun werkzaamheden voltooien en hoeven ze geen plaats te maken voor u.
Bepalen ontslagvolgorde (afspiegelingsbeginsel)
Bij bedrijfseconomisch ontslag geldt het zogenoemde ‘afspiegelingsbeginsel’. Dit bepaalt welke werknemer voor ontslag in aanmerking komt als meerdere arbeidsplaatsen komen te vervallen binnen een categorie uitwisselbare functies. Daarbij wordt gekeken naar 5 leeftijdsgroepen. Binnen de leeftijdsgroep komen de werknemers met het kortste dienstverband als eerste voor ontslag in aanmerking. De leeftijdsgroepen zijn: 15 tot 25 jaar, 25 tot 35 jaar, 35 tot 45 jaar, 45 tot 55 jaar, 55 jaar tot AOW-leeftijd.
Het kan voorkomen dat de duur van het dienstverband van werknemers binnen dezelfde leeftijdscategorie hetzelfde is. Als er maar één werknemer uit deze leeftijdscategorie voor ontslag hoeft te worden voorgedragen, kiest uw werkgever zelf van welke werknemer hij afscheid neemt. Eerst afscheid van AOW-gerechtigden Heeft uw werkgever werknemers in dienst die werken op uitwisselbare functies en de AOW-leeftijd hebben bereikt? Dan moet hij als eerste deze werknemers ontslaan.
Als er meerdere AOW-gerechtigde werknemers werken op uitwisselbare functies, dan neemt hij als eerste afscheid van de AOW-gerechtigde werknemer(s) met het kortste dienstverband.
Werknemers die bij derden werken
Komt u voor ontslag in aanmerking en werkt u bij een derde, onder de leiding en toezicht van die derde? Bijvoorbeeld omdat uw werkgever u heeft gedetacheerd? En is het niet mogelijk dat uw werkgever u door een andere werknemer vervangt? Dan kan uw werkgever u buiten de toepassing van het afspiegelingsbeginsel laten vallen. Hij hoeft u dan dus niet te ontslaan.
Of vervanging al dan niet redelijkerwijs mogelijk is, hangt af van verschillende omstandigheden. Bijvoorbeeld de mate waarin uw persoonlijke kwaliteiten en vaardigheden voor de derde van belang zijn. Of hoe uw werkgever u normaal gesproken vervangt als u bijvoorbeeld ziek bent. En hoe uw werkgever u zou vervangen als u zelf besluit ontslag te nemen.
De onmisbare werknemer
Als u over bijzondere kennis en bekwaamheden beschikt, kan uw ontslag te veel bezwaren opleveren voor het functioneren van de onderneming. Is dat het geval? Dan mag uw werkgever u buiten de toepassing van het afspiegelingsbeginsel laten.
Een voorbeeld van een werknemer met bijzondere kennis en vaardigheden is iemand met een langdurig dienstverband bij een onderneming, die binnen de onderneming diverse functies heeft vervuld en vanwege zijn grote (ook historische) kennis over de onderneming onmisbaar is voor de werkgever. Het gaat dus om kennis en vaardigheden die niet vereist zijn om de functie uit te oefenen.
Werknemers met een arbeidsbeperking
Heeft u een arbeidsbeperking? Dan kan uw werkgever u buiten de toepassing van het afspiegelingsbeginsel laten. Deze mogelijkheid hangt samen met de afspraak die het kabinet en werkgevers met elkaar hebben gemaakt over het in dienst nemen van mensen met een arbeidsbeperking. Heeft uw werkgever in een categorie uitwisselbare functies meerdere werknemers met een arbeidsbeperking in dienst? En wenst hij deze werknemers niet allemaal buiten het afspiegelingsbeginsel te laten? Dan moet hij de werknemers met een arbeidsbeperking die op basis van het afspiegelingsbeginsel als eerste voor ontslag in aanmerking komen, als eerste voordragen voor ontslag.
Werknemers met een loonkostensubsidie
Als u werkt met een voor u bestemde (dus persoonsgebonden) loonkostensubsidie en de arbeidsplaats komt te vervallen wegens het verval van deze loonkostensubsidie, dan hoeft uw werkgever het afspiegelingsbeginsel niet toe te passen. Deze regeling geldt niet als u in feite hetzelfde (reguliere) werk doet en even productief bent als andere werknemers waarvoor geen loonkostensubsidie is verleend.
Peildatum afspiegeling
Het moment waarop uw werkgever het verzoek om toestemming voor de beëindiging van de contracten indient, is de peildatum voor de afspiegeling. Het aantal medewerkers binnen de categorie uitwisselbare functies dat op dat moment in dienst is, vormt het uitgangspunt. Er kan voor een eerdere peildatum worden gekozen als dat redelijk is. Bijvoorbeeld bij een reorganisatie waar werknemers al eerder boventallig zijn verklaard. De peildatum kan niet liggen voor het moment waarop de werknemers over het verval van arbeidsplaatsen zijn geïnformeerd.
Uitwisselbaarheid functies
Functies zijn uitwisselbaar als zij vergelijkbaar zijn op het gebied van:
Afzonderlijke bedrijfsvestiging
Het afspiegelingsbeginsel gaat uit van de uitwisselbare functies binnen de onderneming. Vervallen er binnen een afzonderlijke bedrijfsvestiging functies? Dan kan de werkgever uitgaan van uitwisselbare functies binnen de betreffende bedrijfsvestiging.
Een bedrijfsvestiging is een onderdeel van de onderneming dat als zelfstandige eenheid is te herkennen en een interne zelfstandige bedrijfsvoering heeft.
In sommige gevallen worden uitwisselbare functies bij verschillende ondernemingen of bedrijfsvestigingen van uw werkgever samengevoegd. Bijvoorbeeld als uw werkgever het personeel van twee of meer bedrijfsvestigingen regelmatig onderling uitwisselt. Samennemen mag ook als twee of meer bedrijfsvestigingen organisatorisch worden samengevoegd. Bijvoorbeeld vanwege kostenbesparing en synergie-effecten.
Voor uitzendwerkgevers gelden andere regels. Ook als bij uw werkgever arbeidsplaatsen vervallen op het gebied van zorg, welzijn en maatschappelijke dienstverlening kunnen andere regels gelden. Deze staan in de Ontslagregeling.
Voor de berekening van de duur van het dienstverband telt u alle voorafgaande contracten die u bij uw werkgever heeft gehad bij het huidige contract op. Als het om meerdere contracten gaat, dienen deze elkaar te hebben opgevolgd met tussenperiodes van maximaal zes maanden, anders tellen ze niet mee. Voor opvolgende contracten die zijn aangegaan voor 1 juli 2015 geldt dat u ze alleen bij elkaar mag optellen als ze elkaar hebben opgevolgd met een tussenperiode van maximaal 3 maanden. Voor alle contracten die voorafgaan aan het laatste contract dat voor 1 juli 2015 is aangegaan geldt dus dat ze alleen worden samengeteld als de onderbreking drie maanden of korter was.
Bent u achtereenvolgens in dienst geweest bij verschillende werkgevers die samen een ondernemersgroep vormen waarvan uw werkgever ook deel uitmaakt? En is bij cao overeengekomen dat de werknemers regelmatig binnen deze groep van functie veranderen? Dan worden de contractperiodes ook bij elkaar opgeteld.
Werkgevers mogen in de volgende gevallen bij cao afwijken van de wet:
U kunt alleen worden ontslagen als het niet mogelijk is dat u binnen een redelijke termijn, al dan niet met behulp van scholing op een andere passende functie wordt herplaatst. Tenzij herplaatsing niet in de rede ligt.
Termijn
Als redelijke termijn voor herplaatsing geldt de wettelijke opzegtermijn die geldt voor uw werkgever. Deze termijn is 1 tot 4 maanden, afhankelijk van hoe lang uw dienstverband heeft geduurd. Voor een werknemer met een arbeidshandicap is de redelijke termijn voor herplaatsing 26 weken. Hoofdregel is dat de redelijke termijn begint te lopen op de dag waarop wordt beslist op het verzoek om toestemming voor opzegging. Of het moment van ontbinding van het arbeidscontract.
Passende functie
Een functie is passend als deze aansluit bij uw opleiding, ervaring en capaciteiten. Of er een passende functie beschikbaar is, hangt af van:
Uitzonderingen
De verplichting tot herplaatsing geldt niet:
Uw werkgever mag u niet ontslaan als er sprake is van een opzegverbod. De wet bevat twee soorten opzegverboden. Deze ‘wegens’- en ‘tijdens’-opzegverboden staan hieronder kort toegelicht:
‘Wegens’-opzegverboden
Uw werkgever mag u niet ontslaan ‘wegens’:
Zogenoemde ‘wegens’ opzegverboden gelden altijd. Hier bestaan geen uitzonderingen op.
‘Tijdens’-opzegverboden
Uw werkgever mag u niet ontslaan ‘tijdens’:
Uitzonderingen
Er is een aantal uitzonderingen op de ‘tijdens’-opzegverboden. De opzegverboden gelden niet als:
Uitzonderingen wegens bedrijfseconomische redenen
Als er sprake is van bedrijfseconomisch ontslag dan geldt een aantal uitzonderingen op de ‘tijdens’-opzegverboden:
Bij andere ‘bedrijfseconomische redenen’ dan de twee hiervoor vermelde situaties, geldt ook een aantal opzegverboden niet. Ook hiervoor geldt de voorwaarde dat u minstens 26 weken werkzaam bent op de arbeidsplaats die vervalt. Uw werkgever mag het contract bij andere bedrijfseconomische redenen ondanks onderstaande verboden opzeggen.
Dit is het geval als u:
Bij andere ‘bedrijfseconomische redenen’ dan de twee hiervoor vermelde situaties, geldt ook een aantal opzegverboden niet. Ook hiervoor geldt de voorwaarde dat u minstens 26 weken werkzaam bent op de arbeidsplaats die vervalt. Uw werkgever mag het contract bij andere bedrijfseconomische redenen ondanks onderstaande verboden opzeggen. Dit is het geval als u:
Toch toestemming bij ‘tijdens’-opzegverbod
Is het redelijk ervan uit te gaan dat het ‘tijdens’ opzegverbod niet meer geldt binnen vier weken na de dag waarop UWV of de kantonrechter een beslissing zal nemen? Bijvoorbeeld omdat de werknemer dan weer aan het werk is na zwangerschapsverlof? Dan kan UWV toestemming geven voor ontslag.
Het verzoek om toestemming voor opzegging van het contract dient de werkgever schriftelijk in, op het daarvoor bestemde formulier van UWV. De procedure verloopt zo veel mogelijk langs elektronische weg. Zijn de door de werkgever verstrekte gegevens onvoldoende voor een beoordeling? Dan vraagt UWV hem het verzoek aan te vullen. Dit moet uw werkgever binnen 8 dagen nadat UWV dit hem heeft medegedeeld, doen. Is zijn verzoek daarna onvolledig? Dan kan UWV besluiten zijn verzoek niet in behandeling te nemen.
Verweer werknemer
Als het verzoek volledig is, brengt UWV u hiervan op de hoogte. UWV stelt u vervolgens in de gelegenheid om binnen 14 dagen verweer te voeren. U krijgt hiervoor een formulier van UWV.
Meer informatie
Geeft UWV aan dat het op basis van het verzoek en het verweer nog geen beslissing kan nemen? Dan kan UWV achtereenvolgens uw werkgever en u vragen om binnen 7 dagen nogmaals de kijk van u beiden op de zaak te geven.
Beslissingstermijn
UWV streeft naar een afhandeling binnen 4 weken. Als UWV meer informatie nodig heeft van u en uw werkgever dan bij verzoek en het verweer is aangeleverd, is de termijn langer. Dat geldt ook als UWV de ontslagadviescommissie om advies vraagt.
Ontslagadviescommissie
UWV kan bij bedrijfseconomisch ontslag besluiten de zaak voor te leggen aan de ontslagadviescommissie. Deze commissie bestaat uit vertegenwoordigers van werkgevers- en werknemersorganisaties. UWV vraagt alleen advies als er onduidelijkheid bestaat over de toepassing van de regels bij de beslissing die moet worden genomen. Of als er (sector)specifieke kennis nodig is voor een goede beoordeling van het verzoek.
Toestemming UWV (of cao-commissie)
UWV (of de cao-commissie) laat schriftelijk weten of uw werkgever u mag ontslaan. U en uw werkgever krijgen gelijktijdig bericht. In het bericht staat ook vermeld wanneer UWV het volledige verzoek om toestemming heeft ontvangen. Heeft UWV toestemming verleend? Dan kan uw werkgever het contract binnen vier weken opzeggen. Dit doet hij schriftelijk. Uw werkgever vermeldt hierbij de reden voor de opzegging.
Opzegtermijn verkort met proceduretijd
Bij de opzegging dient uw werkgever rekening te houden met de voor hem geldende opzegtermijn. De opzegtermijn wordt verkort met de proceduretijd, de tijd die de procedure bij UWV (of cao-commissie) heeft geduurd. Wel moet altijd minstens één maand opzegtermijn overblijven.
Heeft u een tijdelijk contract dat niet tussentijds kan worden opgezegd en wil uw werkgever u ontslaan? Dan kan hij de kantonrechter vragen het contract te ontbinden.
Verzoekschrift en verweer en toets aan dezelfde criteria als UWV
De kantonrechter behandelt het verzoekschrift binnen 4 weken na de week waarin het verzoek is ingediend. De kantonrechter toetst aan dezelfde criteria als UWV. De kantonrechter kan het verzoek alleen inwilligen als is voldaan aan de voorwaarden voor een redelijke grond voor ontslag, en als herplaatsing niet mogelijk is of niet in de rede ligt. Ook mag er geen opzegverbod gelden.
Tijdstip ontbinding
De kantonrechter bepaalt het tijdstip waarop het contract dat niet tussentijds kan worden opgezegd, eindigt.Vergoeding bij tijdelijk contract zonder tussentijdse opzegmogelijkheid Gaat het om een tijdelijk contract zonder tussentijdse opzegmogelijkheid? Dan kan de rechter u een vergoeding toekennen, tot ten hoogste het bedrag aan loon over de resterende duur van het contract.Kantonrechter na weigering toestemming UWV (of cao-commissie).
Heeft UWV (of de cao-commissie) toestemming voor opzegging van een vast contract of tijdelijk contract zonder tussentijdse opzegmogelijkheid geweigerd en kan uw werkgever zich hier niet in vinden? Dan kan hij de kantonrechter verzoeken het contract te ontbinden. Uw werkgever moet dit verzoek binnen 2 maanden na de dag van weigering, indienen. De kantonrechter toetst aan dezelfde criteria als het UWV (of de cao-commissie).
U hebt als u minstens twee jaar in dienst was, bij ontslag of het niet verlengen van een tijdelijk contract recht op een transitievergoeding.
Herstel ontslag
Bent u het niet eens met de opzegging van het contract? Dan kan u de kantonrechter binnen 2 maanden na de opzegging verzoeken om het contract te herstellen. U kunt in plaats daarvan ook vragen om een billijke vergoeding als herstel in redelijkheid niet mogelijk is door ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van uw werkgever.
Hoger beroep
Bent u het niet eens met de uitspraak van de kantonrechter over de ontbinding van een tijdelijk contract zonder tussentijdse opzegmogelijkheid? Dan kunt u hiertegen in hoger beroep gaan. Ook uw werkgever kan in hoger beroep gaan tegen de uitspraak van de kantonrechter.
Wederindiensttredingsvoorwaarde
Bij de beoordeling of arbeidsplaatsten structureel komen te vervallen, wordt 26 weken vooruit gekeken. Deze periode begint te lopen op de dag waarop wordt beslist op het verzoek om toestemming voor de opzegging of ontbinding van het contract. Bent u ontslagen en trekt het werk in die periode van 26 weken weer aan? En wil uw werkgever daarvoor personeel aantrekken? Dan geldt de wederindiensttredingsvoorwaarde. Dit houdt in dat uw werkgever u een aanbod moet doen om tegen de gebruikelijke voorwaarden uw (oude) werk te hervatten. Doet hij dit niet? Dan kan u de kantonrechter vragen om de opzegging van uw contract te vernietigen. Als het contract is ontbonden door de kantonrechter, kan u de kantonrechter verzoeken om uw werkgever op te dragen het contract te herstellen. U kunt er in beide gevallen ook voor kiezen om, in plaats van vernietiging of herstel, om een billijke vergoeding te vragen. Deze vergoeding komt voor de rekening van uw werkgever.
U moet het verzoekschrift indienen bij de kantonrechter binnen 2 maanden na de dag dat u bekend is (of had kunnen zijn) dat uw werkgever zich niet heeft gehouden aan de wederindiensttredingsvoorwaarde, maar ten laatste binnen 2 maanden na de dag waarop de termijn van 26 weken is verstreken. Na deze 2 maanden vervalt die mogelijkheid.
Uitzondering
Heeft uw werkgever u ontslagen, omdat hij werkzaamheden heeft uitbesteed aan een zelfstandig ondernemer? Dan geldt de wederindiensttredingsvoorwaarde niet. De zelfstandig ondernemer moet ingeschreven staan bij de Kamer van Koophandel, beschikken over een VAR-wuo of VAR-dga en moet in fiscale zin ondernemer zijn. De wederindiensttredingsvoorwaarde geldt wel als het arbeidscontract niet was beëindigd wegens uitbesteding aan een zelfstandig ondernemer, en de werkgever die vroegere werkzaamheden niettemin door een ‘echte’ zelfstandige of een ander laat verrichten.
Maak hier een afspraak voor hulp bij belastingaangifte bij u in de buurt.
De medewerkers van CNV Info zijn op werkdagen van 8.00 tot 18.00 uur telefonisch bereikbaar via 030 751 1001 en van 8.00 tot 22.00 uur via de chat.