Wanneer je recht hebt op een WW-uitkering krijg je een basisuitkering van minimaal drie maanden en maximaal 24 maanden. De eerste twee maanden krijg je 75 procent van je dagloon, de derde maand 70 procent. Wanneer je langer dan drie maanden recht hebt op een WW-uitkering, dan krijg je voor die maanden ook 70 procent van het dagloon.
Om voor de loongerelateerde uitkering in aanmerking te komen moet je voldoen aan de wekeneis, dat betekent dat je van de laatste 36 weken er 26 gewerkt moet hebben. Iedereen die aan deze eis voldoet heeft recht op minimaal drie maanden WW-uitkering.
Om voor een langere uitkering in aanmerking te komen moet je daarnaast voldoen aan de zogenoemde jareneis. Deze jareneis houdt in dat je in de laatste vijf jaren voordat je werkeloos werd minstens vier jaar hebt gewerkt. Een jaar telt mee als je in dat jaar minimaal 52 dagen hebt gewerkt, na 2013 gaat het om 208 uur per jaar. Het maakt daarbij niet uit hoeveel uur per week je werkte en of je gedurende het hele jaar hebt gewerkt. Je mag hiervoor ook in het buitenland hebben gewerkt. Ook de jaren waarin je een volledige arbeidsongeschiktheidsuitkering had, tellen mee. Op het statusoverzicht dat je ieder jaar van het UWV ontvangt, staat vermeld of je minstens vier van de vijf jaar kunt meetellen.
Verder kunnen ook jaren waarin je als ouder voor een jong kind of ziek of gehandicapt familielid hebt gezorgd (gedeeltelijk) meegeteld worden voor de jareneis. Dit wordt het verzorgingsforfait genoemd. Ook het opnemen van onbetaald verlof kan meetellen voor de jareneis.
Uiteraard moet je ook over je uitkering belasting en premies betalen. Het UWV houdt die automatisch in op je uitkering. Ook heb je recht op 8% vakantiegeld. Dit wordt in mei uitbetaald, of eerder als je uitkering stopt. Als je bij je werkgever vakantiewaarden opbouwde (vakantiebonnen), dan bouw je meestal gedurende een bepaalde periode tijdens je uitkering ook vakantiewaarden op. Wil je hier meer over weten, neem dan contact op met CNV Info.
Kom je met je uitkering onder het sociaal minimum? Dan kun je een toeslag krijgen. Deze toeslag kan je tegelijk met je uitkering aanvragen.
Hoe lang je recht hebt op een loongerelateerde uitkering hangt af van je arbeidsverleden en je ‘fictieve arbeidsverleden’. Dit fictieve arbeidsverleden wordt volgens een vaste formule berekend en is afhankelijk van je leeftijd en het aantal jaren dat je gewerkt heeft.
Sinds 1 januari 2005 is echter een wijziging van de werkloosheidswet van kracht. Hierdoor zal de duur van de uitkering in de toekomst steeds meer afhangen van het ‘feitelijke arbeidsverleden’. Leeftijd wordt geleidelijk aan minder belangrijk bij het bepalen van de uitkeringsduur. Vanaf 1998 zal gekeken worden naar het aantal jaren dat je daadwerkelijk gewerkt hebt. Van de jaren vóór 1998 blijft je leeftijd tellen bij de bepaling van de uitkeringsduur.
Als je voldoet aan de wekeneis, dan heb je in ieder geval recht op drie maanden WW-uitkering. Als je ook nog voldoet aan de jareneis dan geldt: voor ieder jaar arbeidsverleden heb je recht op één extra maand uitkering. De uitkering duurt maximaal 24 maanden.
Arbeidsverleden | Duur loongerelateerde WW-uitkering* |
---|---|
3 jaar of minder | 3 maanden |
4 jaar | 4 maanden |
5 jaar | 5 maanden |
6 jaar | 6 maanden |
10 jaar | 10 maanden |
20 jaar | 15 maanden |
30 jaar | 20 maanden |
38 jaar of meer | 24 maanden |
* Er zijn overgangsmaatregelen van kracht waardoor je mogelijk een langere uitkeringsduur krijgt dan in dit schema is aangegeven.
De medewerkers van CNV Info zijn op werkdagen van 8.00 tot 18.00 uur telefonisch bereikbaar via 030 751 1001 en van 8.00 tot 22.00 uur via de chat.