De laatste tijd lijkt politiek Den Haag meer op een soapserie dan op de regering van ons land. Maar we mogen niet uit het oog verliezen dat het kabinet-Schoof ondertussen nog altijd belangrijke politieke keuzes maakt, terwijl wij afgeleid zijn door de chaos. Zo legde het kabinet onlangs een aangenomen Kamermotie over de verhoging van de jeugdlonen naast zich neer met slechte excuses.
Vertrouwen te koop
Die wetswijziging was er niet zomaar: jongeren hebben er jarenlang voor gestreden. Het had hun inkomen en toekomstperspectief aanzienlijk kunnen verbeteren. Door dit niet uit te voeren zet de Haagse politiek zo het vertrouwen van jongeren wéér te koop.
Hoe is het zover gekomen? Na jarenlang actievoeren met een petitie en verschillende demonstraties door jongeren, kwam in april het kabinet met een verhoging van het minimumjeugdloon in de voorjaarsnota, maar pas per 1 januari 2027. Daarna viel het kabinet. In juni werd een motie aangenomen door de Tweede Kamer die het jeugdloon verder en sneller verhoogde, namelijk al per 1 januari 2026.
Doorzichtige excuses
Maar toen het kabinet weer viel, besloot Mona Keijzer, in de week dat zij tijdelijk minister van Sociale Zaken was, dat de motie onhaalbaar was en ze deze daarom niet ging uitvoeren. Niet gek, aangezien Mona Keijzers BBB en de VVD, onder druk van de werkgeverslobby, fel tegenstander zijn van de verhoging van het jeugdloon.
De redenen die het kabinet aandraagt voor zijn besluit laten vooral zien dat het het minimumjeugdloon simpelweg niet wíl verhogen – tegen de wens van de Tweede Kamer én tienduizenden jongeren in. De kabinetsleden verschuilen zich achter doorzichtige excuses: zogenaamd zou het een jaar duren om de wet aan te passen, terwijl de regels in werkelijkheid binnen twee maanden gewijzigd kunnen worden, als ze dit zouden willen. Ze zeggen dat er geen geld is en dat het daarom ten koste zou gaan van sociale voorzieningen, maar tegelijk voeren ze zonder te twijfelen een defensieplan door dat 3.000 keer zoveel kost.
Kleine verhoging, wezenlijk verschil
Het is dus geen kwestie van onmacht, maar van onwil. Door deze maatregel uit te stellen tot 2027 schuiven ze het probleem zover vooruit dat een volgend kabinet het met gemak weer kan terugdraaien. Met deze excuses zet het demissionaire kabinet met slechts 32 zetels de Tweede Kamer compleet buitenspel.
Dit besluit gaat niet alleen over slecht bestuur, maar het is een aanval op de bestaanszekerheid van jongeren. Uit recent onderzoek kwam nog naar voren dat maar 12 procent van de jongeren financieel gezond is. Een 18-jarige die fulltime werkt, verdient nog altijd minder dan het bestaansminimum. Juist daarom kan zelfs een kleine verhoging al een wezenlijk verschil maken. Door de uitvoering van de aangenomen motie uit te stellen, zet het kabinet zo de toekomst van jongeren op het spel. Wie in Den Haag beweert te staan voor bestaanszekerheid, moet dat nu bewijzen. Voor de generatie die het hardst geraakt wordt.
Verdien vertrouwen terug
De politiek heeft door de jaren heen de steun van onze generatie verloren. Jonge mensen kunnen zich geen tijd herinneren waarin Den Haag hun positie daadwerkelijk heeft versterkt. Eerst kwam het leenstelsel, toen de langstudeerboete, een opeenstapeling aan rampzalig beleid dat pas na massaal protest weer werd teruggedraaid.
Maar echte verbetering? Die blijft uit. Het is dus ook niet gek dat nog maar 4 procent van de mensen vertrouwen heeft in politiek Den Haag en vier op de tien jongeren zelfs in geen enkele politieke partij. Onze oproep: laat zien dat je jongeren wél serieus neemt. Geef ons bestaanszekerheid en verdien ons vertrouwen terug. Voer de jeugdloonmotie uit.
