Soorten contracten
Het is goed om te weten welke contracten er zijn en welke regels hieraan verbonden zijn.
Tijdelijk contract
Een tijdelijk contract is een overeenkomst van bijvoorbeeld 6 maanden of 1 jaar. Dit contract loopt tot de einddatum van het contract. De werkgever mag 3 tijdelijke contracten in 3 jaar tijd aanbieden. Het volgende contract moet dan een vast contract zijn.
Vast contract
Een vast contract is een overeenkomst voor onbepaalde tijd. Je kan het contract wel opzeggen, dan heb je te maken met een opzegtermijn. Meestal bedraagt de opzegtermijn een maand. De werkgever kan het contract niet zomaar opzeggen. Dit kan alleen voor of tijdens de proeftijd, bij ontslag met wederzijds akkoord, bij ontslag via het UWV of via de kantonrechter of bij ontslag op staande voet.
Flexibel contract
Bij een flexibel contract ligt het aantal uren dat je per week moet werken niet vast. Een flexibel contract is mogelijk in de vorm van:
- Een oproepovereenkomst, zoals een nul-urencontract of een min-maxcontract: Je wordt opgeroepen voor werk. De werkgever moet zich wel aan regels houden. De werkgever moet je minstens 4 dagen van tevoren oproepen of afzeggen voor werkzaamheden. Wordt dit niet gedaan, dan mag je weigeren. In je cao kunnen afwijkende afspraken staan. Verder moet je minstens drie uur per dienst uitbetaald krijgen, ook als je maar één of twee uur gewerkt hebt.
- Een uitzendovereenkomst waarbij je als uitzendkracht via een uitzendbureau werkzaam bent bij een bedrijf.
- Een overeenkomst van opdracht, waarbij je werkzaam bent als freelancer of zzp’er.