Interview Martin Schüller

Naam: Martin Schüller (65)*
Functie: Orthopedisch instrumentenmaker
Verlies: verloor in 2010 zijn zoon

Martin gaat een week na het motorongeluk van zijn zoon weer aan het werk. Achteraf had hij wel wat meer meeleven van zijn werkgever en vrije tijd kunnen gebruiken.

‘Op een vrijdagochtend stonden er twee agenten op mijn werk. Of ze me even konden spreken. Zo kreeg ik te horen dat Frank – mijn zoon van 23 – was verongelukt met de motor.

Ik wilde meteen naar mijn vrouw om haar op de hoogte te brengen. Maar eerst heb ik mijn collega’s naar de werkplaats geroepen. Ik heb ze verteld wat er gebeurd was en we hebben afspraken gemaakt over de lopende werkzaamheden. Daarna ben ik bij de agenten in de auto gestapt om naar mijn vrouw te gaan.

De helft van de verlofuren kwam voor mijn eigen rekening
Martin Schüller - Orthopedisch instrumentenmaker

In de krant

Een week na Franks uitvaart was ik terug op mijn werk. Dat wilde ik zelf zo. Mijn idee was: hoe langer je wegblijft, hoe moeilijker klanten het vinden met je om te gaan. Ze wisten trouwens allemaal van Franks ongeluk, want het had in de krant gestaan.

Beter iets dan niets zeggen

Sommige collega’s kwamen naar me toe om te praten over Franks overlijden. Andere deden dat niet. Dat neem ik ze niet kwalijk, want het is ook heel lastig. Mensen denken al snel: je kunt beter niks zeggen dan stomme dingen. Maar dat is niet waar. Je kunt juist beter iets onhandigs zeggen dan helemaal niks, want dan toon je tenminste belangstelling.

Eerder naar huis

Mijn leidinggevende zei alleen: ‘Als ik iets voor je kan doen, moet je het maar zeggen.’ Ik heb toen zelf voorgesteld dat ik eerder naar huis zou gaan als werken niet lukte.

Mijn spanningsboog was korter dan normaal. Het lukte mij niet om tot vijf uur ’s middags geconcentreerd te blijven. Mijn hoofd leek af en toe uit elkaar te barsten. Dan móést ik weg. Soms ging ik tien minuten eerder naar huis, soms een paar uur.

Verlofdeling

Zo heb ik behoorlijk wat uren vrij moeten nemen. Toen ik mijn werkgever vroeg voor wiens rekening die uren zouden komen, wist hij dat niet zo goed. Ik heb toen maar aangeboden ze te delen. Daar ging hij mee akkoord. Ik had me ook ziek kunnen melden. Dat was voor mij veel gunstiger geweest. Maar dat heb ik niet gedaan want ik wás niet ziek.

Verwerken is ook werken

In de twee volgende jaren heb ik de vrijgenomen uren verrekend met mijn verlofdagen. Daardoor heb ik weinig tijd gehad voor mijzelf en mijn gezin. Dat was zwaar.

Mijn huisarts heeft later gezegd: ‘Verwerken is ook werken.’ Hij bedoelde: als je uren vrij neemt omdat je een verlies moet verwerken, ben je dus niet aan het ontspannen.

Geen belangstelling

Mijn werkgever informeerde nooit naar me. Op een gegeven moment heb ik zelf gevraagd: ‘Wil je weten hoe het met me gaat?’ Oh ja, dat wilde hij wel. Ik had gehoopt dat hij daarna uit zichzelf belangstelling zou tonen, maar dat is niet gebeurd.

Wekelijks om de tafel

Na een verlies hebben mensen twee dingen van hun werkgever nodig: wat extra vrije tijd en medeleven. Een verlofregeling voor mensen die rouwen, lijkt me dan ook een goed idee. Verder kan de leidinggevende bijvoorbeeld elke week even met de werknemer om de tafel gaan zitten om te vragen hoe het gaat en of er nog wensen zijn. Mijn werkgever heeft dat niet gedaan. Ik heb me niet gehoord gevoeld. Dat is erg jammer, want verder heb ik altijd met veel plezier bij dit bedrijf gewerkt.’

*) Om privacyredenen is Martin niet degene die is afgebeeld op de foto.