Het nieuwe pensioenstelsel
Het nieuwe collectieve pensioenstelsel verdeelt mee- en tegenvallers evenwichtig over leeftijdsgroepen. Zo voorkomen we pech- en gelukgeneraties. Pensioen wordt beweeglijker. Het gaat eerder omhoog als het economisch goed gaat, eerder omlaag met economische tegenwind. Het CNV verwacht, op basis van berekeningen, dat in normale economische situaties, de pensioenen van werkenden en gepensioneerden meer omhoog dan omlaag gaat. Ook wordt het nieuwe pensioenstelsel transparanter. Het wordt straks duidelijker wat je aan premie inlegt, wat je aan vermogen opbouwt en hoeveel pensioen je later krijgt.
Bevriezing AOW-leeftijd
Te veel werkenden komen in de problemen als de AOW-leeftijd versneld omhoog gaat. Denk bijvoorbeeld aan mensen in zware beroepen, die meestal op jonge leeftijd zijn gaan werken. Zij halen vaak niet werkend de eindstreep. Als oplossing wordt de AOW-leeftijd tot 2022 bevroren op 66 jaar en 4 maanden. Het kabinet beoogde in 2020 een stijging van de AOW-leeftijd naar 66 jaar en 8 maanden. En in 2021 naar 67 jaar. Deze plannen zijn dus nu van tafel. De AOW-leeftijd stijgt in de toekomst geleidelijker, afhankelijk van de levensverwachting.
Eerder stoppen met werken
Gezond en vitaal je AOW-leeftijd halen. Dat is niet zo eenvoudig als je zwaar of onregelmatig werk verricht. Het pensioenakkoord biedt extra ruimte om, per cao, afspraken te maken over vervroegd uittreden. Om precies te zijn 3 jaar vóór de AOW-gerechtigde leeftijd. De RVU-boete (Regeling Vervroegd Uittreden) op eerder stoppen vervalt hierdoor deels. Daarnaast wordt het fiscaal mogelijk om extra bovenwettelijk ‘vakantieverlof en compensatieverlof’ te sparen: van 50 naar 100 weken. Ook kunnen toeslagen voor onregelmatig en zwaar werk belastingvrij worden opgespaard. Een extra financiële buffer dus, wat het mogelijk maakt om eerder te stoppen met werk.
Onderzoek 45-dienstjaren
Honderdduizenden Nederlanders die jong zijn gestart met werken, doen dat vaak vanuit een zwaar beroep. Daarmee belast je je lichaam over een langere tijd. Dat knelt, zo aan het eind van je loopbaan. Laagopgeleiden, die gemiddeld 8 maanden langer doorwerken dan hoogopgeleiden, maar wel 6 jaar korter leven. De groep die de pensioenleeftijd steeds verder ziet stijgen, maar nu al weet dat het niet haalbaar is om tot 67 jaar door te werken. Zij genieten minder lang van hun AOW- en pensioenuitkering. Dat wringt. Niet meer dan eerlijk en rechtvaardig, dat deze mensen de mogelijkheid krijgen om eerder te stoppen met werk. Het 45-dienstjarenplan onderzoekt de mogelijkheden.
Het nieuwe pensioencontract
Er komt een nieuw type pensioencontract, in plaats van de huidige uitkeringsovereenkomst. Belangrijk verschil is dat pensioenfondsen nu collectieve premieregelingen gaan uitvoeren en een collectieve solidariteitsreserve gaan aanhouden. Pensioenuitkeringen en pensioenopbouw stijgen mee met de prijzen (indexatie) bij voldoende rendement. En dat is gunstig, want zo behoud je jouw koopkracht. De doorsneesystematiek wordt afgeschaft, zonder de rekening bij de jongere generatie neer te leggen.
Stop pensioenkortingen
In het pensioenakkoord zijn afspraken gemaakt over het stopzetten van pensioenkortingen als het pensioenfonds een dekkingsgraad van 100% of meer heeft. Daarmee wordt de kans op korten kleiner en zullen de kortingen beperkter zijn. Begin 2021 kondigde grote pensioenfondsen aan dat de pensioenuitkeringen stabiel blijven. Erg belangrijk voor het CNV. Onnodig korten, tast het vertrouwen in ons pensioenstelsel aan.
Pensioen voor alle werkenden
Weet je dat honderdduizenden, vaak jonge mensen, in loondienst nu geen pensioen opbouwen? Onacceptabel natuurlijk. Wij vinden dat iedere werkende recht heeft op een goed pensioen. Ongeacht contractvorm. Werkgevers en vakbonden hebben nu afgesproken deze zogenaamde witte vlek, dus werknemers zonder pensioenopbouw, te verkleinen. Ook willen we dat zelfstandigen zich gemakkelijk aansluiten bij het nieuwe collectieve pensioenstelsel. Daarnaast zijn er afspraken gemaakt over de totstandkoming van een arbeidsongeschiktheidsverzekering voor zzp’ers. Belangrijk, want elke werknemer verdient een financiële buffer wanneer het noodlot toeslaat.