Rechtsgang
De vakbonden hebben Temper twee weken de tijd gegeven om te reageren en met de bonden in gesprek te gaan. Als het platform in gebreke blijft dan stappen FNV en CNV naar de rechter. Boufangacha: ‘Temper maakt in haar bedrijfsmodel gebruik van oneerlijke concurrentie. Waardoor normale uitzendbedrijven de markt uit geconcurreerd worden. Dit heeft op de korte en lange termijn negatieve gevolgen voor de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid.
Valse belofte
Via Temper werken veel studenten, zij worden door het platform verleid met de belofte van vrijheid, flexibiliteit en hoge bruto verdiensten per uur. In de praktijk valt het tegen. Op sommige klussen komen tientallen aanmeldingen voor één plek, waardoor de onzekerheid toeneemt, er wordt niet gewezen op bijkomende kosten van aansprakelijkheids- en arbeidsongeschiktheidsverzekeringen en administratieve kosten.
Onder minimumloon
Ook financieel is het plaatje minder rooskleurig dan verwacht. Iemand die via Temper in de bediening werkt krijgt € 15,52 betaald, maar houdt daar slechts € 8,16 van over. Dat is veel minder dan een uitzendkracht in dezelfde functie (€ 11,40) en zelfs onder het wettelijk minimumloon (9,54). Student Timo Verbeek werkt voor Temper: ‘Ik vind het leuk om te onderhandelen over wat ik ga verdienen, de keren dat ik dat deed kreeg ik alleen de klus niet, ik ben er dus maar mee gestopt.’
Schijnzelfstandigheid
Uit uitgebreid onderzoek van FNV Handhaving en Flex blijkt dat Temper onzelfstandig werkend personeel bemiddelt als ware zij zelfstandigen. Vaak werken zij zij-aan-zij met vaste werknemers en uitzendkrachten en Temper betaalt, net als een uitzendbureau, de gewerkte uren uit. De Temperaars werken onder leiding en volgen net als uitzendkrachten instructies op over bijvoorbeeld werkwijze of pauze. Dat maakt zelfstandig ondernemen per definitie onmogelijk. Boufangacha: ‘Deze werkers kunnen niet onderhandelen over hun loon, over hun werktijden of zelf bepalen hoe zij het werk uitvoeren. Er is duidelijk sprake van schijnzelfstandigheid en daar moet nu een einde aan komen.’