61% heeft te maken met seksueel getinte opmerkingen, schunnige woorden, sissen of ander vervelend, seksueel getint taalgebruik. Bij mannen is dit 18%. Een kwart van de vrouwen heeft te maken met seksuele intimidatie via de digitale weg.
Ruim een kwart van de ondervraagden die te maken heeft met seksuele intimidatie, weet niet waar ze terecht kunnen met hun klachten. Eenzelfde percentage heeft het niet op het werk besproken en geeft ook aan dat seksuele intimidatie überhaupt niet goed bespreekbaar is. 41% gaat niet naar de vertrouwenspersoon nadat er sprake is geweest van seksuele intimidatie.
Het CNV doet een oproep om zo snel mogelijk in actie te komen met effectievere afspraken. Ieder bedrijf zou een protocol tegen seksuele intimidatie moeten ontwikkelen en hier bekendheid voor genereren op de werkvloer. In zo’n protocol staat nauwgezet omschreven wat te doen bij seksueel geweld. Bij slechts 1 op de 3 bedrijven is er nu zo’n protocol. Daarnaast pleit het CNV ervoor dat iedere werknemer een beroep kan doen op de vertrouwenspersoon. Bij veel kleinere bedrijven is die er nu nog niet.
Bij het maken van zo’n protocol is ook een belangrijke rol weggelegd voor de OR. Het bestrijden van seksuele intimidatie zou een rol moeten ebben in de RI&E en in het Plan van Aanpak naar aanleiding van de RI&E. Als dat onvoldoende gebeurt of als het wachten op de volgende RI&E te lang duurt, kan de OR ook gebruik maken van het initiatiefrecht om de situatie voor de collega’s te verbeteren.
Lees hier meer over het onderzoek.