Laat onze industrie niet in rook opgaan!

Steeds meer bedrijven die veel energie gebruiken, komen in de knel vanwege hoge energiekosten. In andere landen springen overheden bij, bijvoorbeeld door grote bedrijven kortingen te geven op hun energiebelasting. In Nederland gebeurt dat veel minder, waardoor de concurrentie met de landen om ons heen steeds moeilijker wordt.
Bedrijven lopen er ook tegenaan dat het stroomnet in Nederland vol zit, waardoor ze zich moeten beperken of in moeilijke bochten moeten wringen om hun productie op peil te houden. Daarnaast is het vergunningentraject in Nederland ingewikkelder en tijdsintensiever dan in veel andere landen. En als laatste is er de extra CO2-heffing die Nederland oplegt, bovenop de Europese heffing. Er zijn weliswaar plannen om die heffing via een achterdeurtje te compenseren. Maar bedrijven vrezen dat de overheid dat deurtje elk moment ook weer dicht kan doen.
Allemaal redenen waarom bedrijven in Nederland in de problemen komen of liever in het buitenland produceren.

Misschien wel voor het milieu in Nederland, maar niet voor de rest van de wereld. Nederland is één van de koplopers als het gaat om het vergroenen van fabrieken. Alleen, daar is wel geld voor nodig. En voldoende alternatieve energie. Zolang Nederlandse bedrijven als gevolg van onze slechte concurrentiepositie weinig investeringsruimte hebben en door het volle stroomnet geen toegang tot (alternatieve) energie, zakt vergroening op hun prioriteitenlijstje. Bovendien is in het buitenland de regulatie op schadelijke uitstoot vaak een stuk minder dan in Nederland. Wanneer een bedrijf wegtrekt uit Nederland is de kans groot dat het daarmee ook een stuk vervuilender wordt.

Te lang heeft Den Haag de ontwikkelingen op zijn beloop laten gaan. 15 jaar geleden had Nederland de groenste ambities, met veel opgeleide mensen en een gunstige geografische ligging vanwege de Noordzeewind. Helaas zijn er sindsdien obstakels ontstaan, zoals het volle stroomnet, waar politici te weinig aandacht voor hadden. Wellicht omdat ze het geld liever aan andere dossiers wilden uitgeven. Daarom is het goed dat we Den Haag nu vragen hun aandacht weer op onze industrie te richten.

Dat ligt onder andere aan de aard van jouw bedrijf. Werk je in de chemie en energie, dan is de kans wat groter dat je werkgever vroeg of laat maatregelen neemt. Werk je in de metaal en techniek en is jouw bedrijf een minder grote energieafnemer, dan is de kans op problemen wat kleiner. Maar dat is uiteraard geen enkele garantie. Uit onze eigen peiling blijkt dat 40% van de mensen die werkt in de industrie zich zorgen maakt over zijn of haar baan. En dat vinden we heel begrijpelijk. Overigens vinden we dat werkgevers ook een verantwoordelijkheid hebben, zeker richting hun medewerkers, om niet te makkelijk het bijltje erbij neer te gooien in Nederland. We kijken niet alleen naar de overheid.

Een hele grote, wat ons betreft. Als bedrijven Nederland de rug toekeren omdat ze (grotere) kansen in zien om in het buitenland goedkoper te produceren, hebben wij daar onze vraagtekens bij. Helemaal als ze hier in het verleden goede resultaten hebben geboekt. Tuurlijk is kostenbesparing onderdeel van je bedrijfsvoering. Maar dat is goed personeelsbeleid ook. Juist als je als bedrijf in het verleden dankzij je medewerkers veel winst hebt geboekt, heb je ook een verantwoordelijkheid naar ze. Een paar mindere jaren mogen niet zomaar reden zijn om weg te trekken. Helemaal als je wat vet op de botten hebt. Het kan in ons land toch niet zo zijn dat aandeelhouders het geld opstrijken als het goed gaat en medewerkers de rekening moeten betalen als het even tegenzit?