Bij de start van het cao-seizoen in september komen vakbonden met hun loonvraag. Dat gebeurt op basis van economische factoren, zoals inflatie, koopkracht en de financiële situatie van het bedrijf. Gaan de zaken goed, dan vraagt CNV bijvoorbeeld 5% loonsverhoging. Loopt het ergens minder dan stellen we 3,5% voor. De loonvraag is een structurele aanpassing van het hele loongebouw en van de feitelijke salarissen. Deze geldt voor 12 maanden. Iedereen moet er verhoudingsgewijs op eenzelfde wijze op vooruit gaan.
Reële loongroei
Voor CNV zijn de economische verwachtingen van het Centraal Planbureau (CPB) richting Prinsjesdag leidend. Hoe zal de inflatie zich in het komende jaar ontwikkelen? Maar ook de situatie op de arbeidsmarkt, de stijging van de arbeidsproductiviteit (de toegevoegde waarde per gewerkt uur) en wat bedrijfsleven en aandeelhouders er extra aan overhouden tellen mee. Cijfers van het CBS laten zien dat de inflatieschok na het uitbreken van de oorlog in Oekraïne inmiddels is verwerkt. De economie is sindsdien met 11 procent gegroeid. De afgelopen jaren heeft CNV hard gewerkt om de koopkracht van onze leden te repareren. Soms spraken we salarisverhogingen van 20% af. Langzamerhand gaan we weer terug naar een normale loongroei, maar uiteraard wel met koopkrachtverbetering.
CNV kijkt ook naar de AIQ: de arbeidsinkomensquote. Die geeft aan welk deel van het totaal verdiende inkomen van een land terechtkomt bij werknemers en zelfstandigen en welk deel als kapitaalwinst beschouwd kan worden voor bedrijven en aandeelhouders. De AIQ daalt al jaren: dit betekent dat er steeds meer geld naar bedrijven en aandeelhouders gaat en minder geld naar werknemers.
Loonmatiging niet duurzaam
Er is dus een inhaalslag nodig in de beloning van werknemers. Want loonmatiging op een krappe arbeidsmarkt is voor CNV geen duurzame economische oplossing voor problemen bij een bedrijf of in een sector. Hoge(re) lonen zijn juist goed voor de economie.
Bij overheids- of publieke sectoren spelen macro-economische cijfers als arbeidsproductiviteit een mindere of geen rol. Reden om wel de dezelfde loonvraagpercentages te gebruiken, is dat we willen dat publieke sectoren minimaal eenzelfde loonontwikkeling doormaken als de marktsectoren.
Niet gratis
Een loonvraag moet wel altijd in samenhang worden bezien met wat we als bond nog meer willen. Goede cao-voorstellen zijn nu eenmaal nooit gratis. Denk aan verbeteringen in de arbeidsvoorwaarden rond mantelzorg, overgang, rouwverlof of eerder stoppen met werken.
CNV is ook een voorstander van werknemersparticipatie. Dat kan in verschillende vormen. Van een vrij simpele winstdelingsregeling tot een waarin aandelen worden verstrekt aan werknemers.
Geen simpele rekensom
Kort gezegd: het bepalen van een rechtvaardige loonvraag is vaak geen simpele rekensom. Allerlei factoren spelen een rol. Heerst er een hoge werkdruk als gevolg van krapte en veel of dringende taken die voor extra beloning pleiten? Hebben werknemers het gevoel sterk achter te lopen bij de inflatie en willen ze de bedrijfswinst verzilverd zien? Was de vorige cao mager en is het nu tijd om de ‘hand van de knip’ te halen? Is het voor de werkgever lastig om aan personeel te komen? Is er vergrijzing en een hoge uitstroom naar pensioen? Al deze elementen bepalen de uiteindelijke loonvraag aan de onderhandelingstafel.