Bij de nieuwe cao die per 1 januari 2026 ingaat zijn vakbonden CNV, FNV en De Unie geen partij meer. Uitzendkoepels ABU en NBBU sloten in het voorjaar namelijk met de LBV een overeenkomst voor 2026 omdat ze geen heil zagen in onderhandelingen met de traditionele vakbonden.
Deze week blijkt dat de cao-partijen dat akkoord op het laatste moment nog hebben aangepast door de huisvestingskosten voor volgend jaar op een andere manier te berekenen. In praktijk komt dat neer op een verhoging van €117,68 naar €127,88 voor een standaard slaapplek en van €147,10 naar €159,85 voor een slaapplaats in de betere huisvesting.
Payback
‘Dit is gewoon een paybackconstructie’, zegt Stroek. ‘De werkgevers willen de prijs die ze moeten betalen voor gelijkwaardige beloning weer terugverdienen. Dat doen ze dus over de rug van arbeidsmigranten.’
Vanaf 1 januari 2026 hebben uitzendkrachten recht op een gelijkwaardige beloning, wat betekent dat het totale pakket aan arbeidsvoorwaarden (loon, toeslagen, werktijden, vakantie, reiskosten, scholing, pensioen) minimaal evenveel waard moet zijn als dat van een vaste medewerker met dezelfde functie. ‘Dat geldt dus ook voor arbeidsmigranten die op basis van een uitzendcontract werken in Nederland’, zegt Stroek. ‘Alleen moeten zij dat bedrag via een omweg weer inleveren.’
Prijsmaximalisatie
De CNV-bestuurder vindt dat het Kabinet werk moet maken van regels die afspraken over de hoogte van huisvestingskosten in toom kunnen houden. ‘Er moet sprake zijn van een wettelijke prijsmaximalisatie’, zegt hij. ‘Daarmee voorkom je dat werkgevers buitenlandse uitzendkrachten te pas en te onpas meer kunnen laten betalen voor een bed. Er zit wetgeving over een puntenstelsel in de pijplijn, vergelijkbaar met studentenwoningen. Daar moet het nieuwe Kabinet heel snel mee aan de slag.’