Stel dat we geen tijd hadden

Een collega kwam uit een vergadering, liep mij tegen het lijf en moest even zijn frustratie kwijt. “Dan zit je in een werkgroep, maar als er wat gedaan moet worden, roept iedereen dat hij geen tijd heeft.” Mijn eerste reactie was: “Tijd heb je niet, tijd maak je”, die sinds die bierreclame in mijn repertoire zit. Ik moest ook denken aan een taalles die ik lang geleden gaf in groep 7. Een filosofieles uit de taalmethode: ‘Stel dat er geen tijd was’. De les die ik jaarlijks gaf, leverde mooie gesprekken op, want als er geen tijd is, is er ook geen gisteren en morgen, geen straks of zojuist. “En je hoeft geen werkwoordvervoegingen verleden tijd te leren”, opperde een keer een slimmerik.

De brochure Ruimte in regels is onlangs herschreven en laat zien dat er vaak meer mogelijk is dan de mensen op scholen denken. (Brochure Ruimte in regels primair onderwijs | Brochure | Inspectie van het onderwijs) Afgelopen tijd ben ik bezig geweest met onderzoeken naar de kwalitatieve gevolgen van het experiment Ruimte in onderwijstijd, een interessant onderzoek naar alle aan het experiment deelnemende scholen, slechts zeventien. De onderzochte scholen vullen hun ruimte heel verschillend in, waardoor ik verwacht dat het moeilijk wordt om conclusies te trekken. Soms vroeg ik me zelfs af of ze ruimte benutten, die de wet reeds biedt.

Het begrip tijd kwam ook weer langs tijdens een studiemiddag voor inspecteurs over het omgaan met personeelstekort in het onderwijs. Uit onderzoek blijkt dat leerlingen die vijf dagen op school zijn, maar slechts vier dagen les krijgen, het beter doen dan leerlingen die vier dagen naar school gaan. Zo’n wetenschappelijk gegeven vraagt om definities. Wat is lestijd en wanneer spreken we van schooltijd? Dezelfde discussie voerden we naar aanleiding van een casus over pauzetijd. In de ochtend rekenen we het speelkwartier als lestijd, maar de lunchtijd rekenen we niet mee, tenzij er lesgegeven wordt en de leerlingen ondertussen hun boterham mogen nuttigen. Evenzo de tijdvraag bij het lopen naar de gymzaal: is dat gymtijd?

Tijd heb je niet, tijd maak je

Inspecteur M@rk

In ons eigen werk werden soortgelijke vragen gesteld over tijd. Bijvoorbeeld de vraag: ’Is reistijd werktijd?’ Het antwoord hierop is interessant: wel als het gaat om een dienstreis, niet als het woon-werkverkeer betreft. Voor onze organisatie is het qua planning handig om te weten hoeveel tijd een inspecteur steekt in een schoolonderzoek. Dat is echter lastig te zeggen. Er zit voorbereidingstijd, bezoektijd en verwerkingstijd bij. De tijd voor een bezoek is wel redelijk vast te leggen, maar niet iedereen besteedt evenveel tijd aan het voor- en nawerk.

Waar iedereen het over eens is, is dat het goed is dat we af en toe even de tijd nemen. En de tijd die ik nu ga nemen is vakantietijd. Het schooljaar zit er weer op en de vakantie biedt tijd om je op te laden voor het jaar dat volgt. In mijn vakantie verdeel ik mijn tijd in ontspannings- en klustijd. Verder merk ik dat ik in de vakantie vaak de tijd kwijt ben en dat is wel een heel fijne tijd! Het zou jammer zijn als die tijd er niet was.