Mantelzorg blijkt breder dan veel mensen denken
Al snel blijkt dat de term ‘mantelzorg’ door veel bezoekers smal wordt uitgelegd. Zorgen voor hulpbehoevende ouders herkennen ze nog wel. Maar de zorg voor een partner, broer, zus, kind, buurvrouw of naaste? Dat voelt voor velen als ‘gewoon wat je doet’. Dat gebrek aan bewustzijn heeft gevolgen. Wie niet weet dat hij mantelzorger ís, zoekt ook geen informatie over regelingen in wet of cao voor mantelzorg en werk. Projectleider Guus Simons (CNV) ziet hoe groot de verschillen daardoor kunnen zijn. ‘Een mantelzorger met een hulpvaardige leidinggevende heeft mazzel. Willekeur kan natuurlijk niet de bedoeling zijn.’
‘Aandacht en begrip, daar is behoefte aan’
Een teamleider van de Belastingdienst staat stil bij de kubussen en vertelt over haar afdeling. ‘Aandacht en begrip, daar is behoefte aan.’ Ze ziet hoe verschillend haar medewerkers omgaan met de ruimte die ze nodig hebben. ‘Je ziet dat als er op een afdeling méér bekend is over iemands situatie, er ook meer begrip is als iemand ineens weg moet. Dus openheid helpt… maar veel jongeren zien niet in dat ze mantelzorger zijn. Dus die gaan ook niet hun best doen om daar een gesprek over te starten. Zou hen wel helpen!’ Ze benadrukt dat de werkvloer niet altijd uitnodigt tot het delen van persoonlijke zorgen, terwijl dat juist ondersteunend werkt.
Een vader over zijn kinderen: zorg die een leven tekent
Ook persoonlijke verhalen komen los. Een man kijkt naar de opstelling en denkt aan zijn kinderen. ‘Zijn zus had zorg nodig, hij kwam altijd op de tweede plaats. Dat is al 20 jaar zijn leven. Het etiketje ‘mantelzorger’ trekt hem niet.’ Hij vertelt hoe de zorg voor zijn dochter grote impact had op zijn zoon en nog steeds heeft. Dat hij zelf óók mantelzorger is, vindt hij minder relevant. De aandacht gaat in zijn beleving daar waar de zorg het hardst nodig is.
Herkenning tussen collega’s: ‘Zo fijn om dit even te delen’
Twee ambtenaren van verschillende departementen raken met elkaar in gesprek. Hun ervaringen verschillen sterk. De één kreeg alle ruimte: ‘Mijn leidinggevende tipte me zelfs voor deze actie.’ De ander herkent die steun niet. Toch overheerst vooral opluchting. ‘Het is zó fijn om gewoon even ervaringen uit te wisselen en te delen wat je tegenkomt!’ De opstelling in De Knoop blijkt letterlijk en figuurlijk een ontmoetingsplek.