Aan de peiling deden ongeveer 650 leden mee die werken in sectoren als chemie, metalektro, grafimedia of papier & Karton. Zij zien met lede ogen aan hoe de Nederlandse industrie steeds verder leegloopt. Het aantal reorganisaties, bedrijfssluitingen en vertrekken naar het buitenland neemt sterk toe, waardoor zij en hun collega’s massaal bang zijn hun baan te verliezen. Maar liefst 4 op de 10 vreest vroeg of laat slachtoffer te worden van de huidige industriecrisis.
Slechte concurrentiepositie
Op de vraag of zij vinden dat de overheid moet ingrijpen om het tij te keren, was hun antwoord duidelijk: meer dan 80% vindt dat Den Haag nu iets moet doen. Sectorleider Nicole Engmann-van Eijbergen snapt dat heel goed. ‘De belangrijkste oorzaak van de huidige malaise is onze slechte concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland’, zegt ze. ‘Dat komt onder andere door hogere energiekosten hier, ons volle stroomnet, strenge stikstofregels en trage vergunningverlening. Stuk voor stuk knoppen waar de Nederlandse politiek aan kan draaien. Het afschaffen van de Nederlandse heffing op CO2 helpt een beetje, maar er moet nog veel meer gebeuren.’
Miljoen mensen in onzekerheid
‘Het is stuitend dat zoveel mensen zich zorgen maken over hun baan en dat de overheid erbij staat en zo weinig doet’, vervolgt ze. ‘Het aantal werknemers dat wordt getroffen blijft maar toenemen. Er werken bijna een miljoen mensen in de industrie die allemaal in onzekerheid verkeren. Werkgelegenheid verdwijnt massaal. En als die al terugkomt, heb je er straks geen mensen meer voor.’
Werkgevers hebben zelf ook verantwoordelijkheid
CNV-leden vinden dat werkgevers zelf ook een verantwoordelijkheid hebben. Bijna 90% geeft aan dat ze vinden dat bedrijven verplicht zijn om ook in mindere tijden te investeren in de Nederlandse fabrieken en werknemers. Helemaal als ze hier in het verleden wel goede resultaten hebben geboekt. Engmann: ‘Wat we zien is dat bedrijven die in het buitenland goedkoper kunnen produceren, Nederland nu de rug toekeren. Ook als ze hier in het verleden wel goed hebben gedraaid. Als werkgever heb je een verantwoordelijkheid richting je werknemers die die winsten mogelijk maakten, vinden de leden. En terecht. Het kan toch niet zo zijn dat de aandeelhouders het geld opstrijken als het goed gaat en de medewerkers de rekening moeten betalen als het even tegen zit?’
Vervolgacties
Uiteraard peilde CNV ook of leden bereid zijn in actie te komen om overheid en werkgevers te doordringen van de noodzaak nu te (blijven) investeren in de industrie. ‘Slechts 13% is dat niet en dat spreekt boekdelen’, vindt Engmann-van Eijbergen. ‘De nood is hoog en dat betekent dat we ons gaan beraden op vervolgstappen, mocht er te weinig gebeuren. Samenwerking met andere partijen sluit ik daarbij niet uit.’
Bang dat een investering in de industrie een klap voor het milieu zal beteken, is Engmann-van Eijbergen overigens niet. ‘Als bedrijven geen financiële speelruimte hebben, zal de vergroening van fabrieken juist onderaan hun prioriteitenlijstje komen te bungelen. Sterker nog, eenmaal in het buitenland zijn de regels nog minder streng, wat wereldwijd tot nog meer vervuiling zal leiden. Ook daarom moeten we er alles aan doen om bedrijven hier te houden en in te zetten op verduurzaming.’
