Op weg naar een nieuw pensioenstelsel

2) Invaren: opgebouwd pensioen wel of niet meeverhuizen?

Per 1 juli 2023 wordt de nieuwe pensioenwetgeving van kracht: de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Op zijn laatst moeten op 1 januari 2028 alle pensioenregelingen zijn aangepast aan die nieuwe wetgeving. In de tussentijd moeten er veel belangrijke keuzes worden gemaakt door werkgevers, werknemers en pensioenuitvoerders. Grofweg gaat het om 5 onderwerpen. We lichten ze één voor één toe.

1) Solidaire of flexibele premieregeling?
2) Invaren ja of nee?
3) Wat is adequate compensatie?
4) Hoe hoog wordt je premie?
5) Hoe gaat het nabestaandenpensioen eruitzien?

2) Invaren: opgebouwd pensioen wel of niet meeverhuizen naar het nieuwe stelsel?

In het kort:
• Het CNV is voorstander van invaren
• 2 pensioenpotten naast elkaar is ingewikkeld en kostbaar
• Geen pech- en gelukgeneraties
• Iedereen een eigen deel van de pot
• Meerdere manieren om ieders deel te berekenen
• Sociale partners kiezen

Het CNV is voorstander van invaren

Als in 2027 de nieuwe pensioenregels gelden, mag vanaf dat moment alleen nog nieuw pensioen worden gespaard. Het is de bedoeling dat al het pensioenvermogen dat al gespaard is, mag worden omgezet naar het nieuwe stelsel. Dat heet invaren. Alleen als dit echt ongunstig uitpakt, wordt er niet ingevaren. Inmiddels hebben wij met zijn allen ongeveer 1600 miljard euro bij elkaar gespaard in pensioenfondsen. Dat is een enorm bedrag en de beslissing om dat geld wel of niet over te zetten is dan ook een hele belangrijke. Het CNV is er voorstander van om het reeds opgebouwde pensioenvermogen, net als de nieuwe opbouw, onder te brengen in het nieuwe stelsel. In dit stukje leggen wij uit waarom.

2 pensioenpotten naast elkaar is ingewikkeld en kostbaar

Of het geld nou wel of niet wordt meegenomen, de nieuwe opbouw vindt plaats met de regels van het nieuwe systeem. Als het gespaarde geld niet meegaat, dan blijven de huidige regels voor dat deel gelden. Dan zullen de pensioenen de aankomende jaren minder snel omhoog kunnen.
Niet invaren betekent dat het pensioenfonds met twee systemen moet gaan werken. Dat is ingewikkeld en kostbaar. Ook is het maar de vraag of op termijn de oude regels nog netjes door de overheid onderhouden worden. De kans is groot dat de overstap uiteindelijk toch gemaakt moet worden.

Geen pech- en gelukgeneraties

Het nieuwe pensioenstelsel biedt voordelen. Door het meenemen zijn die voordelen ook van toepassing op het al opgebouwde geld. De pensioenen kunnen sneller worden geïndexeerd. Ook blijven jong en oud bij elkaar waardoor bij de overgang naar het nieuwe systeem, voor- en nadelen met elkaar uitgeruild kunnen worden. Zo kunnen nu en in de toekomst pech- en gelukgeneraties voorkomen worden. Hierdoor worden de pensioenen voor alle groepen uiteindelijk beter.
Het CNV is geen voorstander van versnippering in kleine potjes. Hoe groter het vermogen, hoe beter en effectiever de beleggingen. En het is overzichtelijker voor deelnemers.

Iedereen een eigen deel van de pot

In de wetgeving is afgesproken dat de oude en nieuwe pensioenen zo veel mogelijk bij elkaar blijven. In het oude systeem zitten de pensioenaanspraken in een grote pot. Als het geld wordt meegenomen (wordt ingevaren) wordt die gemeenschappelijke pot verdeeld over de deelnemers van het pensioenfonds. In het nieuwe systeem heeft namelijk iedereen een eigen deel van de pot. Dat is prettig, want zo wordt duidelijker welk bedrag voor jou is gespaard.

Niet invaren betekent dat het pensioenfonds met twee systemen moet gaan werken.
.

Meerdere manieren om ieders deel te berekenen

Er zijn meerdere manieren om te berekenen waar iedereen recht op heeft. In de ene methode wordt het pensioenvermogen met een vaste rekenregel verdeeld naar individuele pensioenpotjes. In de andere methode wordt de verdeling gedaan door uit te rekenen welk pensioen je kon verwachten in het huidige systeem. Vervolgens krijg je dat deel van de pot mee dat overeenkomt met dezelfde uitkomst in het nieuwe systeem. Een deel van het vermogen kan in een collectieve reserve gestopt worden en/of gebruikt worden voor groepen deelnemers, die in het nieuwe systeem erop achteruit zouden kunnen gaan en moeten worden gecompenseerd.

Sociale partners kiezen

De sociale partners (vakbonden en werkgevers bij bedrijfstakpensioenfondsen) besluiten samen of zij het pensioenfonds willen vragen de oude gelden in te varen. Bij ondernemingspensioenfondsen gebeurt dit door de werkgever, na instemming van de vakbonden of OR. Dat verzoek geldt dan voor alle deelnemers en gepensioneerden. Het zou extreem ingewikkeld worden als niet alle deelnemers binnen een pensioenfonds dezelfde regeling volgen. Het gaat immers om een collectief pensioen. Het pensioenakkoord gaat daarom uit van collectieve keuze over de veranderingen in het pensioen en niet van individuele keuze.
Uiteraard kun je als lid van het CNV jouw stem laten horen voordat het besluit wordt genomen. In theorie kan het pensioenfonds het verzoek tot invaren van sociale partners nog afwijzen als het omzetten onevenredig slecht uitvalt voor groepen deelnemers.

Lees ook:

1) Solidaire of flexibele premie?
3) Wat is adequate compensatie?
4) Hoe hoog wordt je premie?
5) Hoe gaat het nabestaandenpensioen eruitzien?