Op weg naar een nieuw pensioenstelsel

1) Solidaire of flexibele premieregeling?

Per 1 juli 2023 wordt de nieuwe pensioenwetgeving van kracht: de Wet toekomst pensioenen (Wtp). Op zijn laatst moeten op 1 januari 2028 alle pensioenregelingen zijn aangepast aan die nieuwe wetgeving. In de tussentijd moeten er veel belangrijke keuzes worden gemaakt door werkgevers, werknemers en pensioenuitvoerders. Grofweg gaat het om 5 onderwerpen. We lichten ze één voor één toe.

1) Solidaire of flexibele premieregeling?
2) Invaren ja of nee?
3) Wat is adequate compensatie?
4) Hoe hoog wordt je premie?
5) Hoe gaat het nabestaandenpensioen eruitzien?

1) Solidaire of flexibele premieregeling?

In het kort:
• Alle pensioenregelingen worden premieregelingen
• Er zijn 2 soorten premieregeling
• Voorkeur CNV: solidaire premieregeling
• De cao-partijen beslissen
• Deelnemers mogen aangeven hoeveel risico ze willen lopen
• Je kunt individueel ook nog keuzes maken

Alle pensioenregelingen worden premieregelingen

Het doel in het huidige pensioenstelsel is een pensioen op te bouwen tot een bepaalde hoogte, we noemen dat een uitkeringsregeling. Uitgangspunt in het nieuwe stelsel zijn de afspraken die worden gemaakt over de hoogte van de premies. Oftewel een premieregeling. Op de pensioendatum wordt bij een premieregeling de eigen pensioenpot omgezet in een levenslange pensioenuitkering. De hoogte daarvan staat van tevoren niet vast.

Er zijn 2 soorten premieregeling

In de nieuwe situatie zijn er in principe 2 soorten premieregelingen: een solidaire en een flexibele. Op welke van de 2 een pensioenfonds overgaat, wordt beslist aan de cao-tafel. De uitkomst geldt dan normaal gesproken voor alle werknemers in het bedrijf of in de bedrijfstak.

Bij de solidaire premieregeling worden de risico’s collectief gedeeld en is het pensioenresultaat stabieler. Dit wordt bereikt met een solidariteitsreserve. Een deel van het rendement wordt gebruikt om het opgebouwde pensioenvermogen en de ingegane pensioenen te beschermen. De rest van het rendement wordt op basis van gelopen beleggingsrisico toegedeeld. Dit is het overrendement. Jongeren hebben meer risico gelopen en krijgen meer overrendement. Ouderen hebben minder risico gelopen en krijgen minder van het overrendement. Een overrendement in een jaar kan ook negatief zijn. Door de collectiviteit is er voor deelnemers geen keuzestress.

Bij de flexibele premieregeling worden geen of minder risico’s met elkaar gedeeld. Hierdoor hebben deelnemers de extra keuzemogelijkheid om meer of minder risicovol te beleggen. Je kunt tijdens je werkzame leven kiezen hoeveel risico je zelf wilt lopen in de pensioenbeleggingen. Bij pensionering kun je kiezen voor een vaste of variabele uitkering (vast is zekerder, maar wel lager dan variabel). Bij een flexibele premieregeling kunnen risico's gedeeld worden in een risicodelingsreserve. Worden beleggingsrisico's gedeeld, dan is er geen inidividuele keuze in beleggingsrisico.
Bij het delen van risico’s gaat het niet alleen om beleggingsrisico. Ook zijn er risico’s voor jouw nabestaanden als je korter leeft of juist voor jezelf als je heel lang blijft leven. Als je bijvoorbeeld zelf heel oud wordt -en dus langer dan verwacht pensioen ontvangt- heeft de pensioenuitvoerder meer geld nodig. Dat is ook zo als de gemiddelde levensverwachting stijgt en pensioenfondsen langer moeten uitkeren dan verwacht.

Er is ook een derde regeling mogelijk, alleen zijn de cao-partijen daar niet bij betrokken. Dat is de premie-uitkeringsovereenkomst. Die worden aangeboden door pensioenverzekeraars en premiepensioeninstellingen (PPI).

Op welke van de twee premieregelingen een pensioenfonds overgaat, wordt beslist aan de cao-tafel.
.

Voorkeur CNV: solidaire premieregeling

Bij de keuze tussen de flexibele en de solidaire premieregeling heeft het CNV de voorkeur voor de solidaire premieregeling. Want:

  1. Je kunt meer risico’s met elkaar delen (jong, middelbaar en oud).
  2. Er is een stabieler pensioen voor iedereen.
  3. Het pensioenresultaat is gemiddeld hoger, ook in slecht weer.
  4. Geen keuzestress.
  5. De pensioenuitvoerder kan beter sturen op de hoogte van het pensioenresultaat (pensioenambitie).
  6. Indien van toepassing in de bedrijfstak: de verplichtstelling van pensioen is beter mogelijk waarmee voorkomen wordt dat mensen geen pensioen opbouwen.

Bij de flexibele premieregeling heb je meer keuzemogelijkheden in beleggingsrisico in je eigen pensioenpot tot aan je pensionering. Ook kun je kiezen voor een variabele of vaste uitkering bij pensionering.

De cao-partijen beslissen

De keuze voor een solidaire of een flexibele premieregeling wordt aan de cao-tafel gemaakt. Bij het begin van de onderhandelingen over het nieuwe pensioen wordt meestal een eerste voorkeur uitgesproken door sociale partners, die dan verder wordt uitgewerkt. In veel sectoren is al een voorkeur uitgesproken voor de solidaire premieregeling. Op het eind van de onderhandelingen (uiterlijk voor 1 januari 2024) wordt de keuze over het soort premieregeling definitief gemaakt door sociale partners tezamen met de andere afspraken over pensioen. Het CNV zal dit doen na ledenraadpleging. Daarna zal het pensioenfonds moeten vaststellen of het de gemaakte pensioenafspraken door de sociale partners kan en wil uitvoeren.

Deelnemers mogen aangeven hoeveel risico ze willen lopen

In aanloop naar de definitieve keuzes over het pensioen, vragen pensioenfondsen aan de eigen deelnemers en gepensioneerden hoeveel risico zij bereid zijn te lopen. Met een hoog risico kan je een hoger pensioenresultaat krijgen, maar bestaat ook de kans dat je pensioen flink daalt. Met een laag risico is de kans dat je pensioen daalt niet zo groot. Maar stijgen gebeurt ook niet zo snel. Dit wordt een risicobereidheidsonderzoek genoemd. Mogelijk heb je van je eigen pensioenfonds hierover al vragen gehad.

Je kunt individueel ook nog keuzes maken

Hoeveel keuzes je individueel kunt maken in je pensioen, is mede afhankelijk van de collectieve keuze voor de solidaire of flexibele premieregeling. Voor beide soorten premieregelingen geldt wel dat je zelf kunt kiezen:
- of je bij pensionering in een keer 10% van je potje wilt opnemen (gaat je pensioen wel omlaag)
- of je nabestaandenpensioen voor een hoger ouderdomspensioen wilt inruilen (of omgekeerd)
- of je deeltijdpensioen wilt
- of je je pensioen eerder wilt laten ingaan

Lees ook:

2) Invaren ja of nee?
3) Wat is adequate compensatie?
4) Hoe hoog wordt je premie?
5) Hoe gaat het nabestaandenpensioen eruitzien?