Als er sprake is van benadeling op grond van het MR-lidmaatschap is het aan het desbetreffende MR-lid om het bestuur daar in een individuele procedure op aan te spreken. De verplichting uit artikel 3.12 van de WMS geldt namelijk voor individuele leden van de MR en niet voor de raad als zodanig. Daarom kan de MR op dit punt geen geschil aangaan.
