CNV over de prioriteiten van het nieuwe kabinet:

Meer arbeidsparticipatie en vaste contracten, een stevige aanpak van agressie en een wettelijk geregeld rouwverlof

Op woensdag 29 oktober gaan we naar de stembus. Dat levert, links- of rechtsom, een nieuw kabinet op. Met nieuwe plannen. CNV weet waarop de nieuwe regering moet inzetten: stevige aanpak van geweld tegen werknemers in publieke functies, 10 dagen wettelijk rouwverlof, meer vaste contracten en meer arbeidsparticipatie.

‘Treurig maar onvermijdelijk’, zei CNV-voorzitter Piet Fortuin toen het kabinet op 3 juni viel. Maar een nieuw kabinet betekent dat er ook weer keuzes moeten worden gemaakt. Daarom stuurde CNV deze zomer een brief met input aan de programmacommissies van alle politieke partijen.

Brede steun voor punten CNV

In deze brief staat dat CNV het belangrijk vindt dat een vast contract uitgangspunt wordt op de arbeidsmarkt. Die wordt daar eerlijker van. Verder moet er een wettelijke basis komen voor 10 dagen rouwverlof. Werknemers die daar behoefte aan hebben kunnen die dagen opnemen. Een ander heel belangrijk punt voor CNV is een strengere aanpak van geweld tegen werknemers in de publieke sectoren. Uit een enquête onder leden blijkt brede steun voor deze punten.

Behoefte aan meer rouwverlof

De enquête – ingevuld door 2.361 werkenden – laat zien dat werknemers vaak te snel weer aan het werk gaan na het overlijden van een dierbare. Dat komt omdat de werkgever hen onder druk zet, zegt 12% van de ondervraagden. Maar het grootste deel van de werknemers die te snel aan het werk gaat, doet dat omdat ze zelf die druk voelt (41%). Gevolg is dat 34% aangeeft te snel aan het werk te zijn gegaan. Ruim een kwart van de ondervraagden had behoefte aan langer verlof dan de werkgever toestond. Driekwart is voorstander van een wettelijk rouwverlof van 10 dagen. Slechts 13% geeft aan dat aantal dagen nu al te krijgen bij de werkgever. ‘Rouwverlof moet maatwerk zijn’, geeft iemand aan. Een ander: ‘Een begripvolle, flexibele werkgever is meer waard dan een vaste regeling van 10 dagen rouwverlof.’ En nog één: ‘Ik ben wel voor die 10 dagen wettelijk rouwverlof, vooral omdat er werkgevers zijn die werknemers weinig ruimte geven om te rouwen.’

‘Een week extra verlof had mij geholpen dingen meer op een rijtje te zetten’

Samantha Philipsen (48) | juridisch adviseur Waterschap Limburg

‘De dood van mijn moeder zat eraan te komen. Ze was zwaar nierpatiënt. Maar ik werd toch verrast door alles wat je allemaal moet regelen voor de uitvaart: teksten, foto’s, muziek, opbaren. En dan is de uitvaart geweest en moet je weer aan het werk. Ik had het geluk dat ik 5 dagen rouwverlof had. Dat was voor mijn gevoel best ruim. Toch zouden die 2 weken die CNV voorstelt een stuk verlichting hebben gegeven. Dan kon ik even op adem komen.’

‘Die tijd ontbrak om tot me te laten doordringen wat er nu echt was gebeurd. Daarbij moest ik mijn vader steunen. Hij wist het even niet meer. Mijn broer woont in Rotterdam, mijn vader hier in Echt. De opvang kwam op mij neer. Ik zat voor mijn gevoel in een rollercoaster, want tegelijkertijd zat de bouw van mijn huis in de eindfase. Een week extra had mij geholpen de dingen wat meer op een rijtje te zetten. Toch nam ik geen extra verlof, uit een soort plichtsbesef. De eerste week lukte werken maar half. Ik was er met mijn gedachten niet bij. Gelukkig kon ik er met mijn leidinggevende goed over praten.’

‘Na 2 maanden kwam ik mezelf behoorlijk tegen. Het verlies van mijn moeder deed iets met mijn brein. De focus was weg. Dat had impact op mijn werk. Toen ben ik in overleg met de bedrijfsarts minder gaan werken. Dat heeft 3 maanden geduurd. Nooit is er druk op mij gelegd.’ Lacht: ‘Die kwam juist een beetje van mijn vader. Hij vond het lastig om alleen te zijn de hele dag. Hij is 78, maar redt zich prima in de keuken. En dus ging ik dagelijks bij hem eten. Ik woon nu anderhalf jaar in mijn huis, maar heb geloof ik maar 4 keer gekookt.’

Foto: Juul Photography

Bekendheid regelingen

De helft van de respondenten weet overigens niet welke regelingen de werkgever heeft op het gebied van rouwverlof. En dik de helft denkt dat meer kennis bij de werkgever zou helpen als een werknemer te maken krijgt met rouw. Fortuin: ‘Werk aan de winkel dus voor werkgevers. In steeds meer cao’s maken we afspraken over rouwverlof, tot nu toe ruim 80 cao’s. Dat is natuurlijk heel mooi en daar gaan we ook mee door. Maar een basis in de wet van 10 dagen is belangrijk. Dan hebben alle werknemers iets om op terug te vallen, als dat nodig is. Wel zo eerlijk. Daarnaast zou het goed zijn als werkgevers hun eigen kennis over rouwverwerking wat oppoetsen en meer bekendheid geven aan regelingen die er in het bedrijf of de organisatie zijn.’

10 dagen wettelijk rouwverlof in cijfers

Na het verlies van een dierbare …

  • Is 34% te snel weer aan het werk gegaan
  • Voelde 41% van de ondervraagden zelf de druk om snel weer aan het werk te gaan
  • 62% geeft aan niet alle ruimte te hebben gekregen van de werkgever om verlies te verwerken
  • 88% is door de werkgever onder druk gezet om snel weer te komen werken

Meer informatie over rouw en werk?

Op onze themapagina kun je de gratis CNV-handreiking Hoe werkt rouw? aanvragen, vind je whitepapers over Rouw en werk, podcasts en ervaringsverhalen. Check de hieronder de link.

Optreden tegen agressie

Een ander groot speerpunt dat CNV graag terug wil zien in de verkiezingsprogramma’s en daarna in een regeerakkoord, is een strengere aanpak van geweld tegen werknemers in de publieke sector. ‘De aanpak vanuit de overheid schiet ernstig tekort. CNV pleit voor een overheid die paal en perk stelt aan het geweld, waar zoveel werkenden steeds vaker mee worden geconfronteerd,’ zegt voorzitter Fortuin. Hij krijgt steun van 94% van de invullers van de enquête: agressie tegen publieke dienstverleners moet harder worden aangepakt. CNV-leden vinden dat de overheid niet goed optreedt als publieke dienstverleners met geweld te maken krijgen (60%). Slechts 14% vindt dat de overheid wel goed optreedt. De overheid zou een grotere rol moeten pakken, vindt 88%. Dat kan bijvoorbeeld door werkgevers te verplichten tot een aanbieden van een ondersteuningsteam bij geweld, zegt 79%.

‘Met meer en goed opgeleide mensen voorkom je dat het uit de hand loopt’

Sander (45) | woonbegeleider gehandicaptenzorg

‘Paradijsvogels noem ik de mensen die hier wonen af en toe. Er zitten kleurrijke types tussen. Volwassen mannen en vrouwen met niet-aangeboren hersenletsel en daardoor deels ook met verlammingen of ernstige psychiatrische problemen. Wat ze gemeen hebben, is dat ze hiervóór een gewoon leven leidden, een eigen geschiedenis hadden, een gezin. Bij sommigen is dat besef deels nog aanwezig. Geregeld borrelt er frustratie op. Onmacht, omdat dingen moeizaam gaan of niet willen lukken, of omdat een bewoner zich niet goed kan uitdrukken. Dat uit zich vrijwel dagelijks in verbale agressie: schelden, (doods)bedreigingen, maar ook negeren en manipuleren. Soms vliegt er een porseleinen mok door de eetzaal.’

‘De afspraak is dat we met 4 personen op een groep van 20 staan. De laatste tijd staan we er ’s avonds vaak alleen voor, wel met noodhulp standby. Dat komt niet direct door een personeelstekort. Dat speelt, maar je moet dit werk aankunnen. Je kunt niet zomaar een begeleider van een andere afdeling voor deze groep zetten. Je moet er feeling mee hebben, kunnen de-escaleren. De rust bewaren, is de basis van de omgang hier. We hebben vanwege een lastige cliënt vorig jaar weerbaarheidstrainingen gehad, echt ingrijpen is gelukkig nog niet nodig geweest.’

‘Goed dat CNV aandacht vraagt voor agressie. Met meer en goed opgeleide mensen voorkom je dat het uit de hand loopt. Dan kun je meer tijd en aandacht besteden aan het bieden van structuur, een goede dagbesteding en eigen zelfstandigheid. Een betere salariëring zou zeker helpen bij het werven van nieuwe collega’s. Het raakt me ook dat sommige bewoners nauwelijks meer de deur uitkomen. Laatst met een bewoner naar een oldtimer-dag geweest. Daar stond zijn favoriete auto: een grote Amerikaanse bak. Heb ik een foto van hem laten maken achter het stuur. Hangt nu op zijn kamer. Zoiets zou vaker moeten kunnen.’

Foto: Frans Paalman

Verplichte maatschappelijke stage

‘Hulpverleners moeten veel beter beschermd worden. Daders moeten strenger gestraft, sneller berecht en opdraaien voor de schade, recht op hulp verliezen’, schrijft een CNV-lid. ‘Harder straffen? Ik denk eerder aan een verplichte maatschappelijke stage van een half jaar bij brandweer of ambulance.’ Weer een ander: ‘Denk dat onderscheid tussen burgers en mensen in functie onwenselijk is. Geweld is altijd verkeerd en moet niet worden getolereerd.’

Stoppen met softe aanpak

‘Geweld tegen dienstverleners is al jaren een probleem. We staan erbij, spreken er schande van maar laten het voortduren. Nu de politieke kaarten weer opnieuw worden geschud, doen we een oproep aan alle politieke partijen. Van links tot rechts. Die aanpak tegen agressie moet prioriteit krijgen in verkiezings- en formatietijd. Zeker in een tijd waarin maatschappelijke tegenstellingen steeds scherper worden’, stelt Fortuin. ‘Agressie tegen werknemers levert ook een hoger ziekteverzuim op, en dat in tijden van personeelstekorten en hoge werkdruk. Ook om die reden is een daadkrachtige aanpak hard nodig. De politiek is aan zet. Een nieuw kabinet moet met strengere wetgeving komen. Denk daarbij aan minimumstraffen. We moeten af van de huidige, softe aanpak die uiteindelijk keihard is voor werkenden die geconfronteerd worden met agressie. Anders kunnen we Nederland niet meer beveiligen, niet meer behandelen, niet meer lesgeven en niet meer vervoeren.’

Harder optreden tegen agressie in cijfers

  • 9% overweegt over te stappen naar een baan met minder contact met externen (zoals reizigers, patiënten, leerlingen)
  • 51% heeft te maken (gehad) met mentale agressie (schelden, bedreigen, naroepen)
  • 80% heeft te maken gehad met fysieke agressie (slaan, schoppen, spugen)
  • 87% heeft psychische schade opgelopen door agressie

‘Bij een goed jaar delen wij als werknemers mee in de opbrengst’

Ted Weterings (77) | schoonmaker 

‘Ja, goed idee van CNV om werknemers door aandelen te laten delen in de winst van een bedrijf. Bij De Schone Coöperatie, het schoonmaakbedrijf waar ik werk, delen we bij een goed jaar in de opbrengst. Tenzij de inkomsten minder zijn. Bijvoorbeeld omdat Hogeschool Inholland, mijn vaste stek, dit jaar minder studenten heeft.’

‘Misschien dat er haken en ogen aan werknemersparticipatie zitten, maar bij ons is het goed geregeld. De 2 bestuurders en wij als werknemers vormen de leden van de coöperatie. Dat werkt heel efficiënt. De lijnen zijn kort en we nemen de beslissingen direct aan tafel. Bijvoorbeeld over het gebruik van minder schadelijke schoonmaakmiddelen. Dat gaat misschien ten koste van de winstuitkering, maar daar kom je dan samen uit. Echt, ik vind de coöperatieve vorm een verademing. Het is niet alleen maar meer, meer, meer. En het beleid is geen eenrichtingsverkeer. Want dat vind ik het nadeel aan een or. De argumenten van het personeel kunnen nog zo sterk zijn, de werkgever kan het gewoon terzijde leggen. Prachtig plan, maar niet uitvoerbaar wordt er dan gezegd.’

‘Ik heb 38 jaar bij het GAK, het huidige UWV, ontslagkwesties onderzocht. Daar kon ik goed zien hoe bedrijven in elkaar zitten en zich verschuilen achter problemen. Daarom wilde ik naar een bedrijf met een coöperatie-achtergrond. Waar iedereen gelijke rechten heeft. Of je nu Hollander, Egyptenaar of Nepalees bent. Voor oudere of buitenlandse werknemers is een coöperatie een veilige paraplu om te kunnen werken. Natuurlijk moeten er resultaten komen, maar hoe je die bereikt gaat in overleg. Winst maken op een sympathieke manier. Niet ten koste van alles. Hier wordt je ook niet meteen de wacht aangezegd als je even minder presteert. Ik ben 77, maar mij zie je voorlopig niet achter de geraniums. Ik voel me als een vis in het water.’

Foto: Henriëtte Guest

Arbeidsmarkt in cijfers

Een nieuw kabinet moet...

  • 50% wil een beter loon voor jongeren door het minimumjeugdloon vanaf 18 jaar af te schaffen, 32% weet dit niet en 18% is tegen
  • 50% wil meer zekerheid voor werkenden door middel van een vast contract
  • 46% wil dat er wordt doorgepakt op de arbeidsmarktwetgeving (tegengaan flexibele contracten, schijnzelfstandigheid, uitbuiting uitzendkrachten)
  • 39% wil dat werknemersaandelen aantrekkelijker worden zodat werknemers kunnen profiteren van de bedrijfswinst
  • 33% is voor handhaven van WW-duur op 24 maanden