Ministerie reageert op zorgen PostNL, maar CNV is niet gerustgesteld

Het ministerie van Economische Zaken heeft gereageerd op de brandbrief die het CNV, samen met FNV en BVPP, op 1 juli stuurde over de toekomst van PostNL. Hoewel het ministerie de grote uitdagingen voor het postbedrijf en de hoge druk op de 22.000 medewerkers erkent, zijn we niet gerustgesteld. De bal voor werkgelegenheid en goede arbeidsvoorwaarden wordt te makkelijk doorgeschoven.

In de reactie, ontvangen op 22 juli , stelt het ministerie dat de regels voor postbezorging (de Universele Postdienst) worden aangepast om ze 'realistisch en uitvoerbaar' te maken. Het ministerie is echter van mening dat afspraken over werkgelegenheid en arbeidsvoorwaarden een zaak zijn tussen de vakbonden en PostNL. Financiële steun, zoals in andere Europese landen gebruikelijk is, wordt niet wenselijk geacht.

Overheid neemt onvoldoende verantwoordelijkheid

Het CNV vindt deze reactie onvoldoende. De overheid heeft een eigen verantwoordelijkheid voor het in stand houden van een vitale en sociale postsector. Het aanpassen van de regels alleen is niet genoeg om de werkzekerheid en fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden van de duizenden postmedewerkers te garanderen. Zij voelen dagelijks de gevolgen van dalende postvolumes en een hoge werkdruk.

‘We waarderen de snelle reactie, maar de inhoud is teleurstellend," zegt CNV-bestuurder Rob Koster. "De minister erkent de problemen, maar legt de oplossing eenzijdig bij PostNL en de medewerkers neer. Dat is onacceptabel. De overheid stelt de kaders en moet dus ook meewerken aan een duurzame, sociale oplossing.’

Hoe nu verder?

Het CNV herhaalt de oproep voor een tripartiet overleg tussen het ministerie, PostNL en de vakbonden. Alleen door gezamenlijk in gesprek te gaan, kunnen we komen tot een toekomstbestendige postsector waarin we investeren in de mensen die deze belangrijke dienst mogelijk maken.

We blijven ons onverminderd inzetten voor jouw baan en goede arbeidsvoorwaarden. We houden je op de hoogte van de ontwikkelingen.