Hoe ben jij verbonden aan Paarse Vrijdag?
‘Vanuit de GSA die ik begeleid, een leerlingen verbond op onze school wat onderdeel is van een initiatief door heel Nederland. Zij zetten zich in voor een veiligere en accepterende school en dat vooral rondom het thema seksualiteit en gender diversiteit en identiteit. Zij organiseren ook Paarse Vrijdag.’
Wat zijn je drijfveren?
‘Ik val zelf op mannen en heb een vriend. Ik heb zelf meegemaakt hoe fijn het is om een school te hebben waar redelijk veel acceptatie is rondom dit thema. Wat heel veel invloed kan hebben op hoe jij je voelt en hoe je leert op school. Om die reden begeleid ik de leerlingen die verbonden zijn aan GSA. Hier op school is GSA een veilige ontmoetingsplek, we hebben het dan bijvoorbeeld over dingen waar ze tegenaan lopen. Het geeft een gevoel van gemeenschap, zodat leerlingen weten dat ze niet alleen staan. Met Paarse Vrijdag willen we eigenlijk de hele school daarvan laten proeven, dat we als school laten zien dat we ons best doen om accepterend zijn. Dat iedereen hier op school zijn eigen identiteit kan uitdragen.’
Hoe betrek je collega’s bij dit onderwerp?
‘Collega’s hebben natuurlijk allemaal verschillende achtergronden. Soms zijn ze minder comfortabel bij dit onderwerp, of ze weten er gewoon minder vanaf. Zo hebben we ter voorbereiding van Paarse Vrijdag leraren in een mentorles laten vertellen over wat deze dag precies inhoudt en wat het gezamenlijke belang is. Ik heb ook gesprekken met collega’s over de gezamenlijke verantwoordelijkheid binnen de school, dat we met z’n allen een bepaalde visie hebben die we uitdragen. Dat is een stukje van iedereen en niet alleen van GSA.’
‘Door het gesprek aan te gaan en veel vragen te stellen proberen we zoveel mogelijk collega’s daarin mee te krijgen en het belang ervan in te laten zien. Vooral een eigen manier te laten vinden om dit onderwerp in de klas te kunnen bespreken.’
Hoe ga je om met mensen die niet willen meewerken?
‘Over het algemeen zien mensen gelukkig wel het belang ervan in en gaat het meer over “hoe helpen we daarbij?” Collega’s geven bijvoorbeeld aan dat ze niet weten hoe ze hier een discussie over aan kunnen gaan of onderhouden. Als iemand in de klas er iets negatiefs over zegt, kan dat tot een onprettige of onveilige situatie zorgen. We geven dan handvatten waardoor collega’s met zo’n situatie om kunnen gaan.’
‘Er is een enkele collega die zich minder comfortabel hierbij voelt, daarmee ga ik dan in gesprek. Dingen zoals: waar komt dat dan vandaan? En waar zou je je wel comfortabel bij voelen? Vaak komt dat toch uit onwetendheid.’
‘We raden aan om persoonlijke verhalen te gebruiken. Op die manier wordt het iets tastbaars voor leerlingen en komt het gesprek makkelijker op gang. Wat je merkt is dat er dan minder negatief op gereageerd wordt, want de docent deelt iets persoonlijks, dat ligt gevoeliger. Mocht dat niet lukken, dan raden we aan om het meer feitelijk te houden.’
Waar moeten volgens jou nog stappen gezet worden?
‘Veel mensen in de samenleving denken dat we er al zijn. Ik hoor vaak “waarom is er nog een canal pride of gay pride, we zijn toch al heel accepterend?” Het gesprek moet echt gevoerd blijven worden. Naar mijn idee gaat juist de acceptatie weer achteruit. Dus we mogen echt actiever zijn in laten zien waar we voor staan.’
Diversiteit, ook op de werkvloer, moet de normaalste zaak van de wereld zijn. Daarom bevordert de Commissie Diversiteit van CNV het inclusief denken. Wil jij hieraan bijdragen? Word lid en sluit je hier aan!