Eén doorstroomtoets als basis voor kansrijk en rechtvaardig onderwijs

Het ministerie van OCW onderzoekt de mogelijkheid om te komen tot één landelijke doorstroomtoets in het primair onderwijs. CNV is vóór zo’n toets, zolang het maar een neutrale, gevalideerde toets betreft, die de kansengelijkheid versterkt en de leraar professioneel ondersteunt, zonder dat deze toets uitgroeit tot een afrekensysteem. Daarbij gaat de voorkeur uit naar één toetsaanbieder.

De doorstroomtoets moet in de eerste plaats het schooladvies van de leraar bevestigen, en niet gebruikt worden als selectiemiddel. Bij een hogere score vindt heroverweging plaats, in samenspraak met ouders. Het evenwicht tussen toetsresultaat en leraaradvies moet beter worden bewaakt. Daarbij geldt al het principe van 'kansrijk adviseren'.

Eén centrale toets

CNV pleit voor één centrale toets, aangeboden door een onafhankelijke, gecertificeerde partij – bij voorkeur buiten de commerciële markt om. Digitale én papieren afnamevormen moeten behouden blijven, net als aangepaste versies voor het speciaal onderwijs (adaptief). De toets moet robuust en betrouwbaar zijn, voorzien van een keurmerk, en afgestemd op de bestaande leerlingvolgsystemen.

Invloed op toetsmoment

De inhoud van de toets moet naadloos aansluiten op zowel het primair als het voortgezet onderwijs. Leraren willen invloed op het toetsmoment en op wat er precies wordt getoetst. Niet alleen cognitieve vaardigheden, maar ook sociaal-emotionele ontwikkeling hoort een plek te krijgen, bijvoorbeeld via een leerlingprofiel.

Landelijke toetsweek

Gelijke toetsomstandigheden zijn cruciaal. Een landelijke toetsweek, met oog voor culturele en regionale verschillen, is daarvoor een goede basis. De toets moet recht doen aan de potentie van álle leerlingen – ongeacht achtergrond of thuissituatie. Kansengelijkheid vraagt ook om heldere communicatie over dubbele adviezen (zoals havo-vwo) en voldoende ruimte in het vervolgonderwijs om hierop in te spelen middels combinatieklassen of brede brugklassen.

Maatwerk vanzelfsprekend

Een eerlijk onderwijssysteem biedt ruimte voor verschillende routes. Doorstroom, stapelen en maatwerk moeten vanzelfsprekende onderdelen worden. De doorstroomtoets kan hier een verbindende rol in spelen, bijvoorbeeld door aansluiting te zoeken bij veelgebruikte toetsen in het voortgezet onderwijs, zoals de DIA toets.

Talent en potentie centraal

Voor CNV is de toets geen doel op zich, maar een middel dat leraren helpt om leerlingen te begeleiden op hun eigen pad. Alleen in een systeem dat talent en potentie centraal stelt, krijgt één landelijke doorstroomtoets echte waarde.