Om de tekorten tegen te gaan wil het ministerie onderwijsregio’s vormen waarin scholen in het primair, voortgezet en middelbaar beroepsonderwijs én de lerarenopleidingen met elkaar samenwerken. Het is de bedoeling dat ze gezamenlijk gaan werven, opleiden, begeleiden, matchen en professionaliseren. Dat moet leiden tot meer leraren voor de klas. Dit schooljaar is een proef gestart waarin 27 onderwijsregio’s het voortouw nemen. Scholen binnen een regio zullen hun ervaringen, goede voorbeelden, ideeën en kennis met elkaar delen. De samenwerking wordt gemonitord, zodat er zicht komt op wat wel en niet werkt. Die kennis kunnen andere scholen elders in het land vervolgens benutten. Insteek is dat er vanaf 2025 meer onderwijsregio’s volgen. De proeftuin met de voorlopers komt voort uit het Onderwijsakkoord van 2022 en de Kamerbrief. Om de onderwijsregio’s te ondersteunen is door het ministerie van OCW ook de Realisatie-Eenheid (RE) opgericht. Dat is een belangrijke schakel in het contact met het ministerie.
Kansen
Het is noodzaak alle zeilen bij te zetten in de strijd tegen het lerarentekort. Daarom ziet CNV Onderwijs kansen in de aanpak met de onderwijsregio’s, zegt onderwijsbestuurder Abhilash Sewgobind. ‘Wij denken dat er zeker winst is te behalen als scholen meer met elkaar gaan samenwerken, in plaats van te concurreren zoals lang gebruikelijk was.’ Als voorbeeld noemt hij de toewijzing van de stageplekken. ‘Bovenbestuurlijk begeleiden kan ervoor zorgen dat stagiaires vaker op de plaatsen terecht komen waar ze het hardst nodig zijn. Maar denk ook aan het opzetten van regionale vervangingspoules of aan onderlinge uitwisseling van leraren die ervaring op een andere school willen opdoen.’ Daarnaast kan de samenwerking nieuwe inzichten opleveren, zegt hij. ‘Hoe komt het bijvoorbeeld dat op de ene school klassen naar huis worden gestuurd door onderbezetting, terwijl een andere school een straat verderop dat probleem niet heeft? Kunnen deze scholen elkaar misschien helpen of leren van elkaar?’ En ook de connectie met andere partijen in het veld, zoals gemeenten en zorginstanties kan beter. De onderwijsbestuurder: ‘De contacten zijn er al op veel manieren. Maar er moet meer sturing plaatsvinden, waar bindende afspraken uit voortkomen.’