Geschreven tekst is sowieso lastig voor communicatie. Regelmatig geef ik gastlessen en verzorg ik interne scholingen. In zo’n scholing gebruik ik weleens het zinnetje ‘dat boek over de Tweede Wereldoorlog heb ik gelezen’. Die zin kun je op acht manieren lezen, door de klemtoon te veranderen. Door iedere keer de nadruk op een ander woord uit de zin te leggen, verandert de betekenis. Een collega van de Inspectieraad leerde me, dat zelfs een komma van levensbelang kan zijn. In het zinnetje ‘Stop niet schieten’, maakt het een levensgroot verschil of de komma na ‘stop’ of na ‘niet’ staat.
Op een congres van de IGJ (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd), waar ik een kleine gastrol had tijdens een afsluitende talkshow, werd ik opnieuw herinnerd aan het belang van mondeling taalgebruik. Bij een workshop in aanloop naar de talkshow hoorde ik waarom zorgprofessionals goed moeten nadenken over wat ze zeggen tegen mantelzorgers, wanneer de zorg overgenomen wordt. Een verkeerd woord kan de relatie meteen verstoren, met alle gevolgen van dien. Tijdens de talkshow probeerde ik een relatie te leggen tussen zorg en onderwijs. Mijn woorden heb ik met zorg gekozen.