Op maandag 1 juli begint Angeja (48) ’s ochtends om 9 uur aan haar nieuwe baan bij Unis, specialist in industriële electronica in het Friese Grou. Ze wordt hartelijk ontvangen; het introductieprogramma ligt al klaar. Maar eerst wil ze iets belangrijks vertellen. Ze zit namelijk sinds een week plotseling in een medisch traject. Deze middag krijgt ze de uitslag. Haar leidinggevende reageert met begrip. Dit is geen goede startdag, vindt ze. Ze stelt Angeja voor om thuis eerst het gesprek af te wachten. ‘Daarna zien we wel verder.’
De timing van de diagnose is ‘ronduit bizar’
’s Middags komt er inderdaad slecht nieuws. Borstkanker. Snelle behandeling is nodig. ‘Op dat moment werd mijn leven overgenomen. Onmiddellijk. Ik had het gevoel alsof ik hopsakee op een zijweg werd gemieterd en maar moest zien hoe ik daar vanaf kwam.’ De timing vindt ze ‘ronduit bizar’. ‘Ik vond het heel erg. Had juist zó’n zin in deze nieuwe baan.’
De juridische gevolgen van langdurig ziekzijn
Als haar proeftijd een maand later bijna voorbij is, heeft Angeja officieel nog geen dag bij Unis gewerkt. Ze zit middenin een zwaar behandeltraject. Haar werkgever vraagt wat ze wil: een half jaar in dienst blijven, of uit dienst en begeleid worden vanuit het UWV. Angeja heeft géén idee. ‘De kans dat ik op korte termijn alsnog aan de slag kon was klein. Maar ik had geen enkel idee wat de juridische gevolgen van beide keuzes zouden zijn.’
Het voordeel van een dienstverband
Angeja belt met een jurist van CNV. Die luistert naar haar verhaal en adviseert om in dienst te blijven. ‘Juist omdat we geen idee hadden hoe de komende maanden eruit zouden zien. Als ik me goed genoeg zou voelen om werkzaamheden op te pakken, zou dat vanuit een dienstverband eenvoudiger te regelen zijn. Bovendien was in dienst blijven financieel altijd beter.’
Kleine overwinninkjes
Angeja: ‘Ik had zelf na de diagnose iets van: doe maar gelijk uit dienst, ik kan voorlopig toch niet werken. Maar ik ben heel blij dat ik dat niet heb gedaan. Allereerst omdat het heel fijn was dat ik er bij Unis toch een beetje bij hoorde. Kleine overwinninkjes zoals het afronden van een chemokuur, vierde ik daar met wat lekkers. Maar het was vooral ook fijn toen ik na een paar maanden toch wilde proberen een uurtje aan de slag te gaan. Ze gaven me alle ruimte.’
Zware chemokuren
Werken lukt niet. De impact van de zware chemokuren is te groot. Angeja maakt een uur vol in het magazijn en moet dan toegeven: dit kan helemaal niet. ‘In mijn omgeving zeiden mensen: “Dat hadden we wel verwacht.” Dat vond ik naar. Voor mij was het erg belangrijk om het geprobeerd te hebben.’
Uit dienst gaan is verdrietig maar logisch
Bijna een half jaar nadat Angeja in dienst is gekomen, is er weer een gesprek. Ze zit nog volop in de behandeling en van terugkomen is voorlopig geen sprake. Haar halfjaarcontract loopt af. Nu is er geen keuze: ze moet uit dienst. Verdrietig, maar het is een logisch besluit, vindt Angeja. Ze is vooral dankbaar dat ze dat eerste half jaar op de loonlijst mocht blijven staan. ‘Er is nog steeds contact. Ik wil ze erbij houden. En de werkgever heeft gezegd dat hij wil meewerken aan een eventueel re-integratietraject vanuit het UWV.’