Bijzonder verlof overlijden
Als er een direct familielid overlijdt, kun je gebruik maken van het calamiteitenverlof om noodzakelijke dingen te regelen. Calamiteitenverlof kan, afhankelijk van de situatie, variëren van een paar uur tot hooguit enkele dagen. Daarna maak je, in overleg met je werkgever, afspraken over je verlof in verband met de uitvaart. Soms zijn er in de cao aanvullende afspraken gemaakt over de verlofperiode tot de uitvaart en rouwverlof.
- Bij het overlijden van een familielid in de eerste graad (zoals een partner, ouder of kind) heb je recht op vier verlofdagen. Die gaan in van het overlijden tot en met de begrafenis of crematie.
- Bij het overlijden van bloed- en aanverwanten in de tweede graad (zoals een grootouder, broer, zus of kleinkind) heb je recht op twee dagen verlof. Je kunt deze dagen opnemen op de dag van overlijden en de dag van de begrafenis of crematie.
- Bij het overlijden van bloed- en aanverwanten in de derde of vierde graad (zoals een oom, tante of achterkleinkind) heb je recht op één verlofdag. Je kunt deze dag opnemen op de dag van de begrafenis of de crematie.
Ruimte voor rouw
CNV vindt het belangrijk dat werknemers meer ruimte krijgen om te rouwen na een ingrijpend verlies. Ook op de werkvloer. In juli 2019 lanceerde de vakbond de handreiking ‘Hoe werkt rouw?’. Sindsdien zijn er in verschillende cao’s afspraken gemaakt rond rouw. Belangrijk, omdat er op dit moment nog geen wettelijk rouwverlof ontstaat. CNV pleit in Den Haag actief voor wettelijke afspraken over een flexibel opneembaar, doorbetaald rouwverlof.
Daarnaast leren we organisaties om goed te reageren wanneer een werkende te maken krijgt met een ingrijpend verlies. Werkgevers die hier belangstelling voor hebben, kunnen contact met ons opnemen via een mail aan rouw@cnv.nl.